‘Ben je nooit bang op zee?’ is een vraag die mij vaak gesteld wordt. Nou eigenlijk zelden. Wel ervaar ik af en toe een gevoel van onrust, gekoppeld aan de gedachte: ‘Hoeiiiii spannend, hoe gaat dit aflopen?’ Mijn vertrouwen in Ronald en ia is groot. En mijn ervaring is dat er altijd wel een oplossing komt, is het niet bakboord om, dan is het wel stuurboord om.
Zo waren we verleden week onderweg naar Tenerife en zat ik lekker in het zonnetje een luisterboek te luisteren, als ik naast de boot opeens een onbekend geluid hoor. Terwijl ik het dopje uit mijn oor haal, zie ik opeens een grote kop het water uit komen. Ik schrik op, oepssss… Orka’s, nee hè! Maar als ik goed kijk zie ik het bolle grijze voorhoofd van een Pilot Whale en word ik gelijk weer rustig. En kan ik vervolgens enorm genieten van zo een moment. Hoe gaaf is het dat deze prachtige joekels van beesten langszij je boot komen zwemmen en je hun kop van zo dichtbij een paar seconden kan bewonderen.
Ik stop mijn dopjes weer in mijn oor en laat mijn blik langs de kust gaan. Helaas staat de wind pal tegen en varen we al een tijdje op de motor. De wit besneeuwde top van de vulkaan El Teide, 3715 meter hoog piept even tussen de wolken door, terwijl wij in de kuip genieten van een heerlijk warm zonnetje. ‘Piewwwwhhhhh’. Huh, dat geluid hoort ook niet bij het verhaal van mijn luisterboek. Ronald heeft het geluid ook gehoord. ‘Lies zet de motor UIT!’. Ik zet ‘m in zijn vrij en draai de sleutel om. Binnen ziet het wit van de rook. Ronald schiet naar binnen haalt de trap weg en het motorluik en roept naar boven: ‘Het is geen rook, het is stoom. Zeil naar open zee!’ Ik rol de Genua uit en zet koers uit naar open water, weg bij de kust. Ik kijk naar binnen, ook het motorluik bij de keuken gaat open en ik hoor Ronald mompelen: ‘Er is iets met de boiler’. Het pannenkastje gaat open en Ronald reageert met: ‘Ik weet niet of ik de slang kan loshalen?’. Ronald schiet naar de natte cel en daar wordt motorluik 3 losgehaald. ‘Ja, ik denk dat ik het weet’ Ik hoor Ronald naar de hut stappen en het deurtje van het motorruim openen. Het is echt fijn dat we onze motorblok van vier kanten kunnen benaderen. ‘Ja, het is denk ik de poelie’ Ronald schiet naar ons ‘schuurtje’ in de punt en pakt gereedschap. Ik roep steeds even naar beneden of ik iets kan doen. ‘Nee, let jij maar buiten op of het goed gaat’. De poelie heeft in de slang van de boiler, tevens koelsysteem van het motorblok, een gleuf geschuurd, welke steeds iets dieper werd en waar nu een klein gaatje is ontstaan. Ronald snijdt het beschadigde stuk er af en sluit het vervolgens weer aan. Met een tie rip trekt hij de slang iets opzij, zodat het niet weer kan gebeuren, dit is een voorlopige oplossing. Tja, ook bij zo een spannend moment ben ik niet bang, maar voel ik wel even onrust, mogelijk heb ik dan ook geen tijd om bang te zijn. Wel voel ik mij keer op keer trots dat mijn Kappie zo een motorprobleem gewoon signaleert en kan oplossen.
Door dit incident, zijn we wel erg omgevaren en twijfelen we of we op zoek moeten naar een ankerplek of dat we een nachtje door moeten varen naar Santa Gruz? We kiezen voor een ankerplek, er is echter niet veel keus. ‘Kijk Lies, hier heeft de Navily-app een geel ankertje op de kaart gezet, er zijn verder geen reviews bij, zullen we daar naar toe gaan?’ Gelukkig kunnen we na de volgende kaap de zeilen er weer bij trekken en kan de motor uit. Als we ten noorden van Tenerife zijn gaat het al een beetje schemeren en we willen liever niet in het donker ankeren. Playa Rock Bermejo komt echter snel in zicht. Met de verrekijker zoeken we welke rots we moeten ronden? ‘Hé kijk, ik zie een paar huisjes’. Voor het nietige dorpje doemt een piepklein baaitje op met woeste rotsen waar de golven met witte schuimkoppen op stuk slaan. We varen dichterbij. Het is niet duidelijk om welk kommetje het gaat. We kijken nog eens goed op het kaartje van de Navily-app, het kleine baaitje met de smalle opening bij het dorpje is het niet. Het kommetje ernaast is het wel. Overal om ons heen piepen lage puntige rotsjes boven het wateroppervlak op waar witte brekers op stuk spatten. De beginnende schemering geeft een extra spannend effect aan deze plek. ‘Kijk Lies, hier is het, hier moeten we in’. Ik ga op de punt van het voordek staan. De ingang is zo 20 meter breed en het kommetje zelf zo een 30 meter met rondom scherpe rotsen. Ik zie een vissersstaak en dan nog één dan nog één. ‘Achteruit Ronald, achteruit, dit wordt ‘m niet!’. Ronald manoeuvreert tussen de kleine uitstekende rotsjes, de wind giert door het want, ia hobbelt alle kanten op, brrrr…gaat dat wel goed? Gered…we zijn weer terug op open zee. En nu? We besluiten door te varen naar Santa Cruz, het is een grote haven, die is vast om 24.00 uur nog wel goed verlicht. En ja hoor, in de gigantische baai roepen we de haven op en ze hebben gewoon nog plek.
Gisteren waren we onderweg naar Lanzarote. Al dagen was er sprake van Sahara-mist, een mist van enkel zandstof welke net zo weinig zicht geeft als mist van waterdamp. Ook op zee was het zicht onvoldoende, best spannend. Als we de Shipping Lane naderen zien we op de AIS dat we op ramkoers liggen met vrachtschip uit Hong Kong van wel 200 meter. Pfff…op zo een moment ben je zo blij met deze digitale informatie. Terwijl we overstag gaan om bij te liggen, zien we de gigantische joekel uit de Sahara-mist opdoemen. Ik kan je verzekeren dat je je met je 11,5 meter dan heel klein voelt.
Als de avond valt lukt het ook de maan niet om door de Sahara-mist heen te piepen en blijft het pikkedonker op zee. De zeevonk creëert fonkelende sterretjes in de zwarte golven langszij de boot. De golven zijn hoog en onrustig, waardoor ia flink heen en weer wordt geschud. Bij het wisselen van de wacht, zitten we samen even in de kuip. Huh..? Zag jij dat ook? In de Sahara-mist zien we opeens in de verte de navigatieverlichting van een schip. Door de hoge golfslag verdwijnen de lampen weer, waarna we boven de golven, best wel dichtbij opeens weer het witte en groene licht zien verschijnen. Beiden schrikken we op en kijken naar het scherm. Geen melding van AIS…Welke gek vaart nu zonder AIS? En dan komt het rode en groene navigatielicht opeens recht op ons af. Ziet hij ons wel? De verlichting van de boot gaat over in een felle schijnwerper. Pfff…wat gebeurd er? Beiden zitten we een beetje vertwijfeld, wat kunnen we doen als een schip met zulke snelheid op je af komt? We kunnen hem ook niet oproepen op de marifoon, want hij heeft zijn AIS niet aan staan. De witte schijnwerper wordt plotseling gecombineerd met blauw licht en op dat zelfde moment worden wij binnen opgeroepen op de marifoon. Het is de kustpolitie. Ze willen weten waar onze reis naar toe gaat, omdat we dit niet in onze AIS vermeld hebben en of we dat nu onmiddellijk willen noteren. Nou…dat is nieuw, dat hebben we nog nooit genoteerd? Ze varen nog heel dichtbij een rondje om onze boot en dan opeens gaan alle lichten weer uit en verdwijnen ze in het zwart van de nacht, zonder AIS. Ze opereren dus in de nacht in het geheim. Ronald pakt de laptop, maar kan het nergens vinden waar hij dat kan intypen in de AIS. De kustwacht neemt echter geen contact meer met ons op, ze hebben het kennelijk druk met andere zaken. Die nacht loeit geregeld de marifoon met een PanPanBericht. Tussen Marokko en Arrecife drijft een boot met 47 vluchtelingen.
Terwijl ik dit blog schrijf realiseer ik mij dat we geregeld spannende situaties meemaken, maar dat ik nooit tijd heb om bang te zijn, omdat in elke situatie je meer bezig bent met hoe gaan we dit oplossen en achteraf we vaak denken, dat is weer goed afgelopen. En… wat zijn we samen eigenlijk een goed team. Over een week gaan we huiswaarts, maar ik heb nu al weer zin in november.