De reis van de ia orana

met een zeilboot de Atlantic rond

Langs de lijn…

Ik klim het trapje op, stap over de drempel van de kajuitingang en kijk om mij heen. Gisteravond voeren we met schemering de haven van Garachico binnen en kregen we een plekje direct onder de kade. Vervolgens hadden we aan dek nog een beetje opgeruimd en zijn toen meteen naar binnen gegaan. En nu wilde ik wel eens zien waar we eigenlijk terecht waren gekomen. Aan bakboord zie ik een zeer groene begroeide rots van zeker 300 meter hoog vol met Cactussen, Vetplanten, Bananen- en Palmbomen. Links op de rots bestaat de weg voor een groot gedeelte uit een tunnel met veel grote ronde openingen, wat een bijzonder effect geeft als er een voertuig met verlichting door heen rijdt. Rechts is het zeer oude idyllische centrum van Garachico, waarvan ondanks de heftige vulkaanuitbarsting in 1706 veel oude panden toch bewaard zijn gebleven. Opvallend is dat in tegenstelling tot andere kustplaatsen hier geen enkel flatgebouw staat. Ik keer mij om omdat ik aan stuurboord boven mij opeens een harde Spaanse zware mannenstem hoor. Het is laag water en ik zie boven mij op de kade een man in keurig maatkostuum en niet geheel bijpassende joggingschoenen met stevige tred strak langs het hekje op de rand van de kade mijn richting op komen. Ondanks dat Spanjaarden bekend zijn om hun temperamentvol communiceren, is het wel duidelijk dat hij op zijn mobiel in een stevige discussie verwikkeld is. Aan het einde van de kade keert hij zich als een robot een kwartslag om en loopt hij strak langs de binnenzijde van de havenmuur terug. Kort erna volgt er een oud dametje in zijn voetsporen. Ook zij heeft joggingschoenen aan, heuse Nikes. En naast deze hippe sneakers tippelt een klein hondje parmantig mee. Zij loopt net als haar voorganger strak langs het hekje van de kade tot het einde, draait een kwartslag en loopt ook dicht langs de hoge havenmuur terug. Tja, de prachtige groene rots met al zijn natuurschoon trekt even niet meer mijn aandacht, want tot mij verbazing komt er een stel aan welke ook strak langs het hekje stevig doorstapt. Althans, de 40jarige Spaanse schone, compleet in strak omsluitend fluoriderende roze en geelgroene outfit heeft flink de vaart erin en haar man (zo fantaseer ik) hakkelt er beetje achteraan met geïrriteerde blik. Ronald aanschouwt het net als ik met verbazing en attendeert mij er op dat er soort van ronde wordt gemaakt over het gehele haventerrein, waarbij er niet alleen strak langs de hekjes en muren, maar ook langs de vele witte lijnen wordt gelopen. Het is werkelijk een bizar gezicht. Links de pier op en aan het einde rechts de pier weer af en op naar de tweede en de derde pier?

We klimmen via de steigertrap de kade op en lopen richting het vervallen havenkantoortje. Aan de zeekant is een meters lange vijftien meter hoge betonnen muur geplaatst met 3 grote witte koppen van Poseidon, de God van de zee. De muur is versierd met een soort betonnen stempel van een karikatuur van ‘een lopende Poseidon met een lach op zijn mond’. We blijven even stil staan en kijken verwonderd om ons heen? Waar zijn we in godsnaam beland? Het lijkt wel op een gigantische betonnen landingsbaan? Maar onze verbazing wordt nog groter als we in dit kleine haventje 2 rotondes met ieder 4 verkeersborden, zebrapaden, haaientanden, verkeersborden met ‘verboden in te rijden eenrichtingsverkeer’ en ‘pas op drempel’, vluchtstroken en wandel- en fietsstroken zien. Zelfs de mooiste verkeersscholen in Nederland hebben niet zo een gigantisch oefenterrein, waar zelfs een klein vliegtuigje op zou kunnen landen. Nergens ligt er maar één smetje op het lichtgrijze beton. Later lees ik dat het hele terrein bijna dagelijks wordt aangeveegd.

Eenmaal terug in de kuip zien we de mensen maar af en aan komen. Er komt zelfs een man op krukken die keurig langs de witte lijnen loopt. Waarna twee jonge meiden met ieder een hoge paardenstaart druk giechelend langs lopen. Een vrouw in een soepjurk, ja je raad het al, met daaronder supermoderne sneakers duwt een man in rolstoel vlak langs het hek. Twee vrouwen sleuren met ieder een jong kind aan de hand al rebbelend met harde hoge stemmen zich voort vlak langs de hekken en muren. Allen strak langs de witte lijn pier op en pier af. Hoe bizar? Ronald en ik krijgen er soms de slappe lach van.

De dagen erop blijven de locals, uiteraard allen op sportschoenen, langs de lijnen, de hekjes en de muren maar af en aan komen?
De één met stevige tred, de ander stiefelend stapje voor stapje. Maar niemand hebben we zien rennen. En dan vraag je je toch af wat maakt dat deze dorpsbewoners kiezen voor een wandelmoment op een gigantische betonnen plaat als ze in zo een prachtige groene omgeving wonen? Wat bezielt die mensen? En wat maakt dat ze zo stoïcijns strak langs de muren lopen, zonder oog te hebben voor hun omgeving? Het lijkt haast alsof zij deze betonnen vlakte zien als een bedevaartsoord?

Dagenlang bleef ik mij verbazen, tot… het moment dat ik Ronald vroeg om een wandeling te maken naar het volgende dorp San Juan del Reparo. Hij reageerde met weerstand: ‘niet zo zin in’, iets wat ik niet zo gewend ben van mijn Kappie. ‘Geen probleem hoor, dan ga ik wel alleen’. Maar toen ik mijn wandelstokken pakte, wilde hij toch wel mee. In het centrum op het plein met de oude kerk namen wij het voetpad omhoog. En op het smalle paadje met bonkige stenen, allen anders van formaat, puntig en scherp aan de bovenkant, en zo steil dat zelfs een jonge berggeit zich afvraagt waar hij bezig is, begon het mij te dagen…na krap drie kwartier gaf ik aan dat ik er geen zin meer in had en héééél graag terug wilde naar de haven.

Verder Bericht

Vorige Bericht