Juli 2020

7/7
Pfff…eindelijk vertrekken we uit Sneek. Zoals altijd wijzigen alle plannen. Mooi hoe het weer en de wind bepaald wat je bestemming is. We droomden om een keer naar Noorwegen te zeilen. Maar de grens van Noorwegen was vanwege Covid-19 nog dicht. Dan maar naar Zweden, ook mooi. Maar op 3 en 4 juli begon het te stormen, niet echt handig om dan de zee
op te gaan. Op 5 en 6 juli kwam het de hele dag met bakken uit de hemel, tja dan is ons huis toch comfortabeler? Maar vandaag weet de regen er ook wel raad mee, de wind is koud. Onderweg probeert Ronald de navigatieapparatuur te maken, helaas drukt hij bij het monteren iets te hard op het nieuwe displayschermpje en krakkkkk, allemaal barsten, echt balen. Dat wordt als we terug zijn een nieuw schermpje in China bestellen. Alleen de touchfunctie doet het niet, nou ja, zo gaat het ook.

Fleur belt, ze wil haar speech voorlezen voor de uitvaart van opa Albert. Onroerend mooi, wat kan ze toch fantastisch schrijven. Fijn om er even voor haar te kunnen zijn.

‘S avonds gaan we uit eten bij ‘De visserman’ in Stavoren, heerlijk.

8/7
Wat is het toch een heerlijk plekje in onze hut, zo heerlijk geslapen. We doen rustig aan, want het regent nog steeds. Er is weinig wind, maar we hijsen toch de zeilen. Wat geeft op het water zijn mij toch een senang gevoel. Binnen zijn er verschillende dingen die gelijmd moeten worden, ook weer gedaan. Buiten op het dek maak ik opschiettouwtjes voor de vallen bij de mast. ‘S avonds eten we heerlijke risotto di mare en snoekbaars bij  het Vissengat in Volendam.

9/7
We slapen lekker uit, want het giet nog steeds van de regen. Vroeg in de middag lijkt het iets droger. Eerst nog even een broodje paling eten en dan zeilen we richting de hoofdstad. Als verzopen katjes komen we aan in het centrum van Amsterdam. Pieter Jan en Renske hebben ons een ligplaats naast de Lola aangeboden. ‘S avonds kletsen we gezellig bij in de salon van de ia, we kunnen daar prima op 1,5 meter afstand zitten, met de luiken open is het Coronaproof genoeg.

10/7
We vertrekken iets voor 9en op weg naar Ijmuiden. Zoals gewoonlijk is het eerste stuk het zeegat uit altijd wat ruig, maar eenmaal op zee zeilen we heerlijk met 8 knopen ( stroom mee) halve wind richting Scheveningen. Na een paar uur komt zowaar ook de zon door en kan onze natte zeilkleding van gisteren een beetje drogen. ‘S avonds eten we een heerlijk slibtongetje met de voetjes in het zand bij een ondergaande zon, wat wil je nog meer.

11/7
De buren willen om 8 uur vertrekken, dus de wekker gaat om 7.45 uur af, pfff…niet echt vakantiegevoel. Wij vertrekken om 10.00 uur richting Vlissingen. Ik probeer bij Rotterdam, sector Maasmond aan te roepen dat we bijna bij boei MN1 zijn en de vaargeul van Noord naar Zuid willen oversteken, maar we krijgen geen bereik, zou de marifoon stuk zijn? De wind wakkert eindelijk iets aan naar 15 knopen  en we kunnen de zeilen hijsen. Ondanks dat we het tij mee hebben, staat er toch te weinig wind om Vlissingen te bereiken. Helaas is Saskia niet thuis, anders waren we in Sommelsdijk gaan liggen. Nu kiezen we voor marina Stellendam, een saaie haven met een zeer saai dorp, maar gelegen aan het schitterende natuurreservaat de scheelhoek op Goeree-Overflakkee.

12/7
De voorspelling is dat er op het kanaal zeer weinig wind komt uit zuidelijke richting. Te weinig om de zee op te gaan richting Vlissingen. We besluiten de Haringvliet af te zeilen naar het vestingstadje Willemstad. Wat is de Haringvliet toch prachtig. Aan westoever zwemmen honderden zwanen, een plaag? Op de gennaker varen we de Zeeuwse Delta op en genieten we een heerlijke zeildag. We worden hartelijk welkom geheten in Willemstad, wat een idyllisch vestingstadje. We eten heerlijk Spaans en blikken terug op onze tijd in het Baskische Noorden. We willen graag weer een lange periode op reis, maar we komen er samen niet uit wanneer…

13/7
Het voornemen is een wandeling over de stadswallen van Willemstad. De buren willen echter vertrekken en Ronald heeft ‘s middags een Zoomintervisie, dus vertrekken we zonder te wandelen. Op naar Zierikzee. Helaas nog steeds geen wind, dus doen we klusjes aan dek. Ik polijst bij 10 kikkers het roest van afgelopen jaar weg, snij de kwasten van de lijnen van de stootwillen en knoop de lussen opnieuw in, plak een nieuwe groene teltale op het grootzeil en plak 3 slijtgaten bij de zeillatten en een paar gaatjes in de gennaker dicht. Na de sluis kunnen we toch nog even de zeilen. Tot de Zeelandbrug moeten we afkruisen. Door de zwakke wind gaat de genua maar moeizaam door de smalle opening voor de kotterfok. We doen een wedstrijdje met een Bavaria 36 en winnen ondanks de lastige overstagmanouvres toch van ze. In Zierikzee leggen we aan naast de Blue Whale, ik zie 2 bekende gezichten en opeens herken ik ze. Het zijn de ouders van Damaris. Zierikzee is een prachtig stadje. We smullen ‘s avonds van heerlijk suddervlees en geroosterde groente in de tuin van de Zevende Hemel.

14/7
De ochtend start met regen. We lopen naar de Appie om eten in te slaan, we willen gaan mooren bij betonhaven, een ankerplaats bij Neeltje Jans. Op de drooggevallen platen zien we eenzame zeehondjes liggen, hun beige vachten glimmen in de zon. Met 11 knoopjes aan de wind zijn we er zo, het is maar een klein tochtje. De plek is mooi en lelijk tegelijk. Het water is vlak, het ademt rust uit, af en toe hoor je de zeevogels krijsen. Maar er is ook op één plek industrie. Met ons rug naar de hijskraan in de verte genieten we van de stilte, wat is het weer heerlijk om te ankeren en de stilte te laten binnenstromen.

15/7
De ochtend start met goed nieuws: Roos is zwanger, Suus is geslaagd. Gisteren werd al bekend dat de operatie van Frits naar wens is verlopen. Op naar Vlissingen, de zee is blak. Geen wind, we moeten helaas motoren. Hopelijk komt er straks nog iets van wind. Ik lees het boek: Schaduw van de leeuw, geschreven door Linda Dielemans, zo mooi. Een nieuwe Tonke Dragt is geboren. Voor de kust van Domburg kunnen we de genua uitrollen en voor de kust van Westkapelle kan het grootzeil gehesen. Er staat maar 7 knopen wind, maar het is altijd beter dan het motorgeronk. Vlissingen is niet mijn stad, vies rommelig en ongezellig. Aan de havenkade met zicht op de mast van de ia eten we Tapas. Nog nooit gedroogde tonijn gegeten, best lekker.

16/7
Ronald vervangt de USBhub, hij was al een tijdje kapot, we moesten steeds even aan het snoertje rommelen en dan deed de hub het weer even. Eergisteren heeft Ronald ook de toevoerslang naar het toilet ingekort, het lijkt dat het nu iets sneller doorspoelt. Vanwege de stroom vertrekken we om 12.00 uur, een heerlijke zeildag, aan de wind, soms liep de wind op tot 15 knopen. België here we come. We komen in Oostende aan. Een prachtige boulevard met een zeer breed strand. De Covid-19 zorgt er echter voor dat alle terrassen bijna leeg zijn.

17/6
Pfff…weer amper wind, zelfs de gennaker valt in…zo dobberen we richting Nieuwpoort, want we hebben geen zin om de motor te starten. Mariska en Tjaart versturen prachtige foto’s vanuit Frans Polynesië…zucht…dat smaakt naar meer. Zullen we dan toch weer snel vertrekken met de ia? Om 16.30 uur komen we aan bij de kust van Nieuwpoort. We lezen dat het de grootste haven van Europa heeft. Dit trekt ons totaal niet aan…de zon schijnt heerlijk, als de wind de komende uren niet verder afzwakt, komen we om 20.15 uur aan in Duinkerken. ‘Ik maak straks wel een lekker ovenschoteltje, we blijven lekker op het voordek in de zon zitten en genieten van de bolling in de gennaker. Ik schrijf dit bericht nog niet op en de wind valt volledig weg. Haha, dan toch maar Nieuwpoort. Wat een goede keuze, we varen langs de lange oude pier, waar iedereen met een takelschepnet kan vissen, gevolgd door het drooggevallen stuk met vele vogelsoorten ennnn…? Een betrekkelijk kleine haven aan stuurboord. We fietsen naar het prachtige historische centrum, waarna we een hapje eten aan de boulevard, want eten met de voetjes in het zand kennen ze hier niet.

18/7
Wat een superdag. Met soms wel 23 knoopjes wind varen we met één rif in het grootzeil en volledige genua richting Dunkerque/ Duinkerken. Heerlijk zonnetje erbij. We moeten kruizen en dan is lieren met volledige genua best zwaar. ‘S avonds heb ik spierpijn. Ook het grootzeil in één ruk door hijsen lukt mij nog niet, bij de laatste plooi in het voorlijk moet ik nog steeds even pauzeren. Dat was tijdens onze grote reis wel anders, haha.

19/7 We vertrekken om 13.15 uur, nadat we in de centrum koffie hebben gedronken. Op zich is Duinkerken wel leuk, nadeel wel is de zwavelstank van de industrie. Op naar Ramsgate, eerst nog even door de vaargeul richting het zuiden, zodat we de shippinglane overdwars kunnen oversteken. Het plan is om naar het centrum van London te varen, dat zou wel leuk zijn. Om 21.15 uur komen we in Ramsgate aan, zo gezellige plek in de centrum.

20/7
We fietsen naar Pegwel Nature Reserve en maken een leuke wandeling in het vogelreservaat. Daarna fietsen we terug naar het centrum van Ramsgate en pakken een terrasje. Onder de boogjes kopen we splitpennen, een slangenklemschroevendraaier en een versnellingskabel voor mijn vouwfiets. Na wat klusjes, genieten we van hoe onze Belgische buren, die reizen met een rib,  hun opblaastent naast de boot instrueren voor de nacht. ‘S avonds gaan we uit eten in Harbourroad bij Tricolore. We smullen van een heerlijke risotto met schelpdieren en een mooi rood wijntje.

21/7
Op naar London, ik ben benieuwd. Wat is de kust van Engeland toch prachtig. Witte krijtrotsen, rijen met leuke geveltjes en gele stranden met badgasten, echt genieten. Met 9 knoopjes wind scheren we met de gennaker over een redelijk vlakke zee langs de kust. We zeilen richting het noorden en ronden de kaap North Foreland. Voorbij de kaap is het even opletten, er zijn wat ondieptes, maar met hoog hoog water lukt het prima. We zeilen aan de westkant onder Margate Sand door, hier zetten we voor de zekerheid even de motor aan, maar dit is eigenlijk niet nodig. Ik bekijk de pilot en opper of het misschien leuk is the Swale af te varen. Ronald is meteen enthousiast. Het stroomt er wel 4 knopen, dus we moeten even goed het getij in de gaten houden. Oeps, het gas is op. Ronald vervangt de gasfles. Haha, sinds onze reis, is het de gewoonste zaak van de wereld dit soort zaken midden op zee te doen. Dus ruimen we de gehele voorpunt leeg op zoek naar een volle gasfles. Helaas valt  vervolgens de wind weg en moeten we strijken. Ook de stroom is inmiddels bijna tegen, het is de vraag of we the Swale nog op kunnen? Rond 15.00 uur varen we the Swale op. Best gek, op de kaart lijkt het een smalle rivier, maar omdat het hoog water is liggen de brede randen onder water, waardoor de rivier wel 500 meter breed overkomt. Rond 17.30 uur pakken we een mooring. Het is genoeg voor vandaag, morgen weer verder.

22/7
Als ik ‘s morgensvroeg wakker word dringt opnieuw tot mij door hoe stil het hier is. Door de patrijspoort zie ik spiegelglad water. In de verte hoor ik een steltloper roepen.  Door het luik zie ik een blauwe hemel met geen enkel vliegtuigstreepje. Gek, we zijn toch dicht bij Heathrow? Dit komt vast door Covid-19? Ik wil maisbroodjes in de oven doen, maar Ronald geeft aan dat hij meteen weg wil. Zijn plan is veranderd, als we The Swale af willen varen zijn we nog dagen bezig, vanwege het wantij halverwege. Hij stelt voor om terug te varen en toch meteen the Thames op te gaan. Mogelijk kunnen we wel op de terugweg the Swale afvaren, dan loopt het getij gunstiger. Aan de oever liggen vele jonge zeehonden met hun glanzende witgouden vachten zonnebadend te wachten op een lekker visje van hun moeder. Ik log onder dek in op Zoom om Charlotte te feliciteren met haar 50e verjaardag, helaas ben ik te laat om gezamenlijk voor haar te zingen. De verbinding is slecht, dus ik hang op. We zeilen the Thames op en hijsen de gennaker. Het heeft wel iets om met een gekleurd zeil van wel 100 vierkante meter de Thames op te varen. De Thames is nu nog breed, met veel industrie en gigantische containerschepen, weg romantisch plaatje. We mooren om 17.00 uur bij Gravesend, er staat een flinke stroom, 2.6 knopen. We schrikken op van een keihard geluid onder de boot, het lijkt wel alsof de antifouling wordt gezandstraald? Het blijkt een containerschip wat weg vaart. Wat een verschil met de serene rust van vanochtend. Herrie van schepen, golven van pilotboten, harde muziek van de kade. Er is wel veel te zien, dat is wel weer heel erg leuk. We willen naar de kant om daar een hapje te eten en boodschappen te doen. Ronald start de Parson en roept verontwaardigd: ‘Huh…? Wat een K-troep, de gasklep breekt zomaar af?’. Echt balen, dat wordt een nieuwe buitenboordmotor kopen, want een carburateur kopen is het motortje niet waard. Dat wordt dus zelf koken, ik maak een heerlijk curry met restjes, smullen.

23/7
We wachten het getij af en vertrekken om 11.00 uur, richting London, joepie. De dikke touwkabels van de mooring laten vele ienieminie-garnaaltjes op het voordek achter. Ronald heeft geprobeerd het gasklepstaafje te lijmen. Ik twijfel of dat houdt, maar het is te proberen. Echt ideaal zo een bankschroef. We motoren de Thames af en gaan onder de 53 meter hoge Queen Elisabeth II Bridge door. Om 14.00 uur gaat het landschap over in vele rijen met hoge flatgebouwen. Pas het laatste uur voor aankomst wordt The Thames zoals verwacht, met prachte oude gebouwen, voornamelijk omgebouwde werven en enorme wolkenkrabbers. Er komt een politieboot met zeer hoge snelheid aanscheren. Ze komen op ons af. Ronald roept mij van binnen. Ik ga op het voordek staan en de mannen varen op gepaste afstand langszij en spreken ons aan. Wat maakt dat wij niet op hun herhaalde oproep op VHF 14 hebben gereageerd en waarom hebben we ons niet aangemeld. Oeps, onze marifoon stond nog op 16. We maken een praatje,  het is akkoord op de terugweg moeten we ons wel bij Tidal barrier zouden melden. We varen langs het stadion van Arsenal en genieten van prachtige architectuur aan de rivier en dan opeens doemt bij de volgende bocht de Towerbridge op. Misschien gek, maar mijn hart maakt een sprongetje. Wat is dit gaaf en indrukwekkend. Vlak voor de Bridge melden we ons aan St. Katharine docks en moeten we eerst mooren vlak voor de sluis. Eenmaal door de sluis varen we het havenkommetje binnen en krijgen we een plaats in een boks naast Dickens Inn met uitkijk op the Towerbridge, wat een bijzondere plek in het centrum van London.

24/7
Het is heerlijk zonnig weer. Opnieuw geniet ik intens van het bijzondere plekje midden in het centrum van London. Wat een mazzelkont ben ik toch, dat Ronald mij elke keer verrast met zijn leuke plannen. We pakken de fietsen en rijden naar Regents Park. Het is prachtig aangelegd, maar wonderlijk leeg. Vooral de rozentuin maakt een diepe indruk op mij. De heenweg langs de drukke autoweg voelt niet altijd veilig, London is duidelijk nog niet ingesteld op fietsers. In Hyde Park zijn er nog minder mensen aanwezig, wat een rare gewaarwording. Helaas zijn vanwege Covid-19 de musea ook nog dicht. Terug kiest Ronald een rustige route uit, nu kan ik de prachtige gebouwen bekijken in plaats van mij te focussen op het drukke verkeer. Rond half 6 komt Paula, een vriendin van Fleur, die vlak bij the Tower Bridge woont een borrel halen, heel gezellig. ‘S avonds eten we verrukkelijke tapashapjes bij Bravas Tapas London aan de haven, echt smullen.

25/7
De wekker gaat om 5.15 uur af en om 6.00 uur liggen we in het sluisje, zodat we de stroom mee hebben als we The Thames afvaren. Ik heb keelpijn en doe als de industrie in het landschap opdoemt nog even een dutje in de achterhut. Eenmaal wakker hijsen we de zeilen, met de stroom mee tikken we soms de 9 knopen aan, dit gaat lekkerrr…op naar The River Crouch. De wind loopt soms op tegen de 30 knopen, maar met een achterlijk windje merk je daar niets van. Behalve als we willen grijpen is het toch even spannend, maar Ronald doet het gelukkig zeer gecontroleerd, toppertje. Het is elke keer weer wonderlijk hoe je op een schijnbaar open zee een weg moet varen tussen de banken door. Na de volgende kardinaalton volgt er helaas een aan-de-windkoers, dat wordt de rivier opkruisen. Met soms wel 30 knopen op de kop is het echt andere koek dan een achterlijk windje. Ik steek nog een rif extra in het grootzeil en de kotterfok gaat uit. In de hoge golven stiefel ik het voordek op, zowel de val van het roksysteem als de schoten haken ergens achter…gelukt. Na elke overstag kruip ik onder de buiskap, maar arme Ronald staat uren lang in de plenzende regen. De motor staat bij, want de stroom is al een beetje aan het keren. Er lijkt geen eind aan te komen. De regen blijft met bakken uit de hemel stromen. Ronald staat inmiddels als een verzopen katje achter het stuurwiel en ik voel mijn spieren van het vele lieren. Na 80 NM komen we om 18.15 uur bij Burnham aan. We willen mooren, maar VHF 80 wordt niet beantwoord en nergens zijn blauwe visitorsmooringsbals te bekennen. We zoeken vervolgens zelf een plekje uit in de haven. De boot ligt en wat blijkt… de regen is opgehouden, nou moe? ‘S avonds bezoeken we het clubhuis van Burnham Habour. Ik heb het gevoel dat ik in een soort klucht van Absolutely Faboulus terecht ben gekomen. Normaliter hebben we zo aansluiting bij de zeilers, maar dit voelt echt anders. Later blijken het de eigenaren van moderne motorjachten te zijn, hihi, dat zijn toch duidelijk andere luitjes.

26/7
We blijven een dagje in Burnham liggen. Ronald start met een klusje aan de ontsteker van het gasfornuis en de oven. Die is weer eens defect. Helaas is het niet het batterijtje. Dan moet dus het hele gasfornuis eruit…pfff…dat gaat nou niet bepaald eenvoudig. Wel een mooi moment om eens aan de achterkant van dit kookgedeelte de boel schoon te maken. En ja hoor, na alles onderzocht blijkt met een beetje contactspray, het contactje in het schakelaartje het toch weer te doen. Toch maar voor de zekerheid een nieuwe schakelaar bestellen, want dit gebeurd vast nog wel een keer. Daarna maken we een wandeling over de boulevard, wat een leuk dorp is Burnham. Het begint te regenen en we schieten een bruine pub in, we hebben een plekje bij het raam, maar gaan andersom zitten om te genieten van de inrichting. Het is zondag, dus we delen een Sunday Roast, een typisch Engelse maaltijd met lamsvlees in vette jus, bloemkool gedrenkt in witte saus, aardappelstukjes glimmend van het vet, worteltjesplakjes en yorkshire pudding, een eierommelet in de vorm van een drol. Het ziet er niet uit, maarrr… smaakt toch wel aardig. ‘S avonds zitten we nog steeds vol van de halve Sunday Roast, dus blijft het bij een voorgerechtje van makreel en avocado aan boord.

27/7
It’s rain cats and dogs, maar ja we willen naar Levington aan de River Orwell. We varen The Crouch af en warempel stopt het met plenzen en komt de zon door. We vliegen met de stroom mee en soms 30 knopen achterlijk over zee. We surfen de golven af en genieten van het Engelse landschap in de verte. Wat een heerlijke zeildag. Eenmaal op River Orwell verbazen we ons opnieuw over de rond de 20 gigantische hijskranen die als reusachtige zwarte giraffen de oever verfraaien. Daarna gaat de industrie snel over in glooiende groene heuvels. Och wat is Engeland toch mooi. Hoei, het halve windse koersje is best heftig, de meter tikt een aantal keer de 34 knopen wind aan. Maar ia blijft rustig, wat is het toch een comfortabel schip. Na 34 NM vinden we aan stuurboord van de rivier een plekje in Suffolk Yacht Harbour. ‘S avonds wandelen we tussen de hoge heggetjes door naar Ships Inn in Levington, hoezo kunnen Engelsen niet koken? We genieten van een koud voorgerecht met wel 8 soorten vis, met daarna een kip tandoori met sla en zoete aardappelpartjes. En als toetje, echt zo overheerlijk, een Miss Ethon Mess, maak me gek. En alsof de dag nog niet perfect genoeg was lopen we terug door het vogelreservaat, tussen de wulpen, kieviten, en pleivieren langs de oever van The Orwel met ondergaande zon. In de haven drinken we nog een sundowner in het knalrode lichtschip en kletsen met twee Engelse zeilers over…the brexit. Ze verbazen zich dat we morgen met zo een harde wind terugvaren naar Texel. Maar wij hebben er zin in. Hopelijk zie ik Marjolein nog even, zou leuk zijn.

28/7
De douche in de haven is goddelijk, ik was voor vertrek nog even snel mijn haar. Om 8.00 uur is de dieselpontoon open. We vullen de tank aan met rode diesel. Dit scheelt enorm in prijs met de diesel in Nederland. Voor 40 liter zijn we maar 55 pond kwijt. Wel natuurlijk even het bonnetje bewaren. Om 8.15 uur varen we The Orwell op. Met een heerlijk zonnetje, soms wel 26 knopen wind en de stroom mee zeilen we richting de zeemonding. De Stena Line van 240 meter laat zijn hoorn klinken, hij wil voorlangs. Het is elke keer imposant als zo een grote joekel vlak langs vaart. De zee is ondanks de redelijk harde wind rustig, mogelijk doordat de stroom in dezelfde richting als de wind gaat. Het is helder weer. Als we 40 KM onderweg zijn (van Sneek tot Lelystad) zien we de gigantische hijskranen bij Felixstowe nog staan. Halverwege zetten we keihard het album: For once in my life van Trijntje Oosterhuis op, een concert met Stevie- Wonder-nummers, daar word ik zo vrolijk van. De wind neemt in de loop van de middag toe, de golven worden hoger en onrustiger. Ik bereid het eten voor, maar merk opeens dat ik liever buiten wil zitten. Ronald maakt het af en samen smullen we van de vis met sugersnaps en tortellini. In de avond trekt de wind aan tot kracht 7 met soms wel golven van 3 meter hoog. De golven op de Noordzee zijn duidelijk anders dan op de Atlantische oceaan, ik kan er wel van genieten. Maar in één nacht vind je niet het ritme van de oceaan en is wacht lopen toch andere koek. Ik heb slaap en voel mij soms onzeker, omdat de AIS niet goed functioneert. Keer op keer kijk ik buiten of er een groot containerschip in de buurt vaart, omdat ik ze binnen op het scherm niet zie aankomen. Dit vreet energie en maakt dat Ronald mijn wacht eerder overneemt, de lieverd. Maar ja, hij maakt zich dan ook minder sappel om de AIS. Na 160 NM en 27 uur verder, zeilen we rond 12.00 uur langs de Razende bol. Uiteraard moet je deze plek mijden, maar ondanks de harde wind, ziet het er minder heftig uit dan ik had gedacht. We vinden een plekje on de haven van Oude Schild. ‘S middags komen Marjolijn en Frans langs, zij kamperen op Texel in Cocksdorp. Ze halen mij op voor een heerlijke wandeling in de Slufter. Ronald blijft op de ia om even bij te slapen. ‘S avonds eten we tapas bij Havenzicht Texel met in de bediening een markante dame uit ‘Toren C’.

29/7
Op de gennaker zeilen we terug op de Waddenzee naar Makkum. We doen een wedstrijdje met de trimaran. Ronald zoekt een windvlaagje buiten de vaargeul op. Als we de gennaker uitbomen zijn we duidelijk sneller, maar het laatste stuk zetten we de gennaker weer op de boegspriet en halen zij ons uiteindelijk toch weer in. In Makkum vinden we een plekje in de gemeentehaven, wat een uniek plekje. We duiken het ijskoude water in…brrr…maar eenmaal door is het heerlijk. ‘S avonds spreken we op een bankje in het centrum van Makkum naar elkaar uit dat reizen op de ia met minder warm weer echt een andere beleving is, en dat we allebei wel heel graag nogmaals een lange zeilreis zouden willen maken. We eten bij It Posthus, het lekkerste diner van de gehele vakantie. Op het terras ontmoeten we 2 vrienden van Rudolf en Damaris.

30/7
Terwijl ik wegvaar uit de haven, met weinig wind wil ik graag blijven oefenen, ziet Ronald bij de ankerlier een muis. Mogelijk is hij uit de keuken van de fietsboot via de steiger over ons anker aan boord gekomen. Het is natuurlijk zielig, maar ik ben wel opgelucht als hij zelf van het anker het water invalt. Het is alweer de laatste dag. Op naar Sneek en de boot klaar maken voor Bas en zijn gezin. Maar het is zo lekker weer dat we besluiten over het IJsselmeer naar Workum te zeilen. En als we bij Workum zijn, zeilen we door naar Stavoren. Hier moeten we echt de sluis in, ander komen we nooit in Sneek. Onderweg zie ik dat er een flap loshangt aan de genua, vast een schade van de terugtocht op de Noordzee. We ankeren in de luwte voor het toekomstige huis van Charlotte in Ijlst. Helaas trekt de omvormer het niet om onze nieuwe oude naaimachine aan te sturen. In de gemeentehaven van Sneek doen we een nieuwe poging met 220 volt walstroom. Met de naaimachine op het voordek trekken we flink bekijks. Maar de grootste verbazing vindt plaats bij onszelf, want onze Pfaff van 50 jaar oud naait door 7 dikke lagen zeildoek alsof het niets is. Wat een superaankoop. Vervolgens stouwen we de Volvo vol met wasgoed en spullen, want de voorpunt moet leeg, zodat de kinderen er kunnen slapen. Pfff…het is lastig afscheid nemen van de ia.

31/7
Ik draai vele wasjes, sop buiten en binnen de boot schoon en Ronald vult de gasfles en bekijkt of er mogelijk geen muizennest in de ankerbak zit. Als Bas, Cora, Senne en Akke de boot betreden realiseer ik mij dat de vakantie echt voorbij is. Wat hebben we het weer heerlijk gehad op onze ia. Tot gauw lieve ia. Nu weer genieten in ons mooie huisje in Sneek.