Het bestaat nog steeds…mensen die geloven in de goedheid van de ander. Is dat zo bijzonder dan? Wel als je aan de andere kant van de wereld bent waar niemand jou kent en een dorp treft waar je door een ieder zo bijzonder vriendelijk tegemoet wordt getreden. Er lijkt sprake van een samenspel tussen de wonderschone natuur, elke dag zon en een wederzijds vertrouwen.
Het startte een week geleden toen we vanuit Suriname de kustlijn van Tobago naderde. De zeekust met puntige woeste rotseilanden begroeid met mosgroen en spierwit opspuitende golven zijn letterlijk adembenemend. Na dagen alleen zicht op de oceaan waan je je plotsklaps in het decor van de vallei van the Lord of the Rings. Boven ons rondom ia scheren tientallen Fregatvogels, met hun slanke batmanvleugels en gespleten staart die als twee krachtige strakke strepen achterwaarts wijzen. Ik hoor Ronald zuchten: ‘Wat is het hier mooi hè!’
We gaan voor anker in de Pirate’s Bay bij het dorpje Charlotteville, waar op de pontoon een paal staat met vrolijk gekleurde houten bewegwijzering. Bij Health, Immigration en Customs moeten we in totaal veertien A4tjes met ouderwets blauw carbonpapier invullen en ontvangen we vanachter het loket een big smile en een gezellig kletspraatje. De goedlachse dame van Costums heeft even geen wisselgeld en ze vraagt of onze 50 TT bij haar dochter in het dorp willen ophalen. In het appelgroene huis ernaast kopen we bij Pusim een telefoonkaartje en de vlag van Tobago en krijgen zonder verdere tegenprestatie alle informatie van het eiland. Hij is ook taxichauffeur, maar het is ook prima als we met iemand anders meerijden.
We ploffen neer op een terrasje aan het strand en smullen van een portie Doubles, de beroemde lekkernij van Tobago voor maar 12 TT (80 cent) bestaande uit een groentemengsel met kikkererwten en een hete chutneysaus tussen twee kleine maiswrapjes. Als de kok met lichtblauwe douchemuts over zijn grijze rasta’s en blauw Covidmondkapje om zijn witte baardkrullen geen wisselgeld terug heeft zegt hij vriendelijk: ‘ You can pay me tomorrow’.
Als we een scuba dive willen maken bij het eiland Little Tobago en ik aangeef dat ik het een beetje spannend vind, omdat mijn laatste duik vijf jaar geleden minder goed verliep, neemt Ricardo uitgebreid de tijd voor ons, zodat ik daarna vol vertrouwen kan afdalen naar alle natuurschoon op 21 meter diepte, waar ik voor het eerst van mijn leven een zeepaardje bewonder.
Die avond spreekt een local ons aan op straat, dat als we hem geld geven hij morgen wel verse vis wil bakken op een vuurtje op het strand. Ronald geeft hem geld en de volgende avond lopen we met een salade en iets te drinken naar de plek waar Dean ons aansprak. En ja hoor…tussen het witte zand brandt een vuurtje van gesprokkeld hout met overheerlijke Red Snappers en wat pepertjes in aluminiumfolie te stomen. Met z’n 3tjes smullen we van de vis geserveerd op de net geplukte grote groene bladeren.
In de baai dicht bij Pirate’s Bay waar we ons anker hebben gedropt, ligt een klein koraalrif waar tot mijn verbazing het koraal in al zijn kleurenpracht na jaren weer aan het herstellen is. Al snorkelend zie ik een Gestreepte Koraalvlinder, grote scholen Blauwe Rifbaarsen, een Sergeant Majoor, een Gekroonde Engelvis, een Franse Keizersvis met kindjes, een Blauwe Dwergkeizersvis, een school Blauwe Trompetvissen, een school Geelgrstreepte Grommen, Geelstaartsnappers, een Blauwkop lipvis, Signaal papegaaivissen zowel vrouwtjes als mannetje en hun gestreepte kindjes, een Gondel, een vijlvis met een getuit mondje, het schattige gevlekte Koffervisjes, een Lobster. Ennn…dus Buissponsen, Vaassponsen Kuipsponsen, een Zeeroede, veel Plaatkoraal, Zwamkoraal en een hele mooie grote (ruim één meter in het rond) Hersenkoraal met een Spiraalkokerworm erop. Wat een goed teken, want in 2019 heb ik in de Carieb veel plekken gezien met dood wit koraal.
En vandaag lopen door Charlotteville langs dorpsweg richting Papay. Een forsgebouwde creoolse man met een stoere blik en een zware stem, rasta’s en enorme gouden ketting om zijn nek. Gisteravond vroegen we hem of we zijn auto mochten huren. We betalen hem en we hoeven niets in te vullen. Hij heeft dus geen enkele gegevens van ons. Haha, zo gaat dat dus in de Pirate’s Bay… alles is zo relaxed hier.
We rijden richting het regenwoud met onderweg prachtige vergezichten op idyllische baaitjes. We willen de Gilpin Trace Trailhead doen en gids Daxter wil ons wel begeleiden. We bezoeken de waterval welke kerrie oranje kleurt van de ijzeroxide. De orkaan van 1963 heeft op deze plek bijna het volledige bos verwoest, we lopen dus door een herstellend woud met hier en daar een zeer oude boom. Wat een schitterende wandeling. Bij iedere stap die Daxter zet weet hij wel een vogel of een spoor van een dier te spotten. Met de vogelgeluiden op zijn Bird Watching App lokt hij de vogels hoog in de bomen. Naast de Chachalaca/Cocrico met zijn vele kleuren goudgroen met een extreem lange spitse snavel; de Hummingbird/Kolibrie met alle kleuren van de regenboog; Trinidad Motmot glimmend roestbruin met een zwart maskertje omrand met cyaankleurig streepjes en een wonderlijk staartje; de Blue Backed Manakin pikzwart met een vuurrood petje en helblauw ruggetje; Banaquit knalgeel lijfje met zwartwit kopje; Ijsvogel; een Specht en Sugarbaby’s wijst hij Blauwe Krabjes aan in hun holletjes; een klein rood Eekhoorntje; een Beekkikker in een holletje in een bamboetak gemaakt door Specht; Bladsnijdermieren; sporen van Gordeldieren en een grote zwarte Wesp, Spinnendoder, van 5 cm groot met een oranje lijf die eitjes legt op het lijf van de spin, waarna de spin dood gaat.
Langs de slingerweg met de vele haarspeldbochten komen we aan in Castara en lunchen we met uitzicht op zee. We worden verwend met heerlijke traditionele Tobago gerechten. Pittige kip en geit met Callaloo ( grote groene bladen van de Taro en Dasheen plant), Dumplings en Taro/Cocoyam, een knolvormige wortelstok rossig van binnen, beetje vergelijkbaar met de zoete aardappel.
Terug in Charlotteville lopen we terug langs het smalle strand met de vele troepjes van de vissers. Waar 24/7 het geluid van de branding te horen is en altijd een koel briesje blaast. Waar in de cyaankleurige baai de vissersbootjes drijven met aan iedere kant een gebogen hengel en de zijkanten versierd zijn met een gespoten graffitynamen in vrolijke kleuren zoals Joyous Vibes, Vertical Limit, Humble Soul, Dream of Better, Hamasniach en Daydream. Waar bijna elke dag wel een regenbuitje van 5 minuten valt en de grote tropische bomen en planten allen prachtig groen zijn. Gelegen tegen een 600 meter hoog gebergte, volledig begroeit met vele schakeringen groen afgewisseld met de immense Chaconiabomen welke van top tot teen volgehangen zijn met een overweldigende oranjerode bloemenzee. Waar ‘s avonds de mannen langs de weg van het strandje hangen, een beetje kletsend onder het genot van een klein groen flesje Stag bier en overdag de vrouwen over straat lopen met gekleurde baretten (Sinterklaas) met boodschappentassen en een paraplu tegen de zon. Waar veel mannen een lekkere warme wollen muts dragen of een mooie gekleurde lap om hun rastaknoedels. Waar de mannen die wij spraken allen werkten van 7.00 tot 10.00 uur in de ochtend om een klusje te doen voor de overheid. Een plek waar nergens vuilnis ligt en overal kleine vriendelijke hondjes en kippen met kuikentjes rond tippelen. Waar de vrouwen in de winkeltjes mij in iedere zin aanspreken met Darling, Love, My Dear of Sweety. Kortom een plek om verliefd op te worden. En nu op naar Curaçao. Bye bye mooi Tobago. Foto’s van Eva Nagtzaam.