1/3
We zijn vannacht om vier uur aangekomen bij Bocas del Toro. De baai ziet er compleet anders uit dan vannacht. Veel ruimer. Op de één op andere manier lijken ‘s nachts de boten veel dichterbij te liggen dan vanochtend. Wat een fijne baai, veel leuker dan San Andres. Geen flatgebouwen, alleen maar gekleurde houten huizen op palen in het water. Geen Jetski’s of de hele dag toerboten langszij vol met toeristen die ons filmen en fotograferen.

We douchen in de haven, echt goddelijk om na drie weken onder een echte douche te staan.

We zoeken aan de kant van het centrum naar een pontoon. Eén steiger ligt vol met dinghy’s maar daar moet je elke keer als je aankomt €2 dokken. We varen verder, nergens kunnen we onze onze dinghy kwijt. Nou ja, dan toch maar bij het betaalde dinghy dock.

Het immigrationgebouw is gesloten. We pinnen dollars en lopen langs het politiegebouw, weten zij wanneer immigration open is? Het is Carnaval dus de komende dagen is het gebouw gesloten. De politieman geeft aan dat we eigenlijk niet aan land mogen komen, maar als we nu meteen terug gaan naar de boot, hij zal regelen dat Customs en Health langs komen op de ia. Terug op de boot zie ik een gammel bootje, met 3 volwassen mannen en twee jongetjes zoeken tussen de boten. Ronald wordt gebeld door de politieman die vraagt of wij wel de gele vlag hebben gehesen, want ze kunnen ons niet vinden. We hijsen de gele vlag en de gammele boot komt langszij, zo weer allemaal krassen erbij. De mannen klimmen aan boord. Een grote man met zeer veel overgewicht neemt plaats achter het stuurwiel. Als een jongetje met zijn handen om het stuurwiel speelt hij dat hij de kapitein is. Ach…het blijkt de man van Health te zijn. Ronald roept naar binnen of ik twee cola wil regelen, de jongens op de boot hebben hier om gevraagd. Eén man spreekt Engels, ze willen van alle papieren plus de paspoorten kopieën. Die hebben we niet. Gelukkig nemen ze genoegen met foto’s van de papieren. De drie mannen hebben het druk met het invullen van de papieren. Nu willen ze naar binnen, de man van Health wil de inhoud van de koelkast fotograferen. En daarna vraagt hij waar we de rijst hebben staan. Ik schuif het kastje open waar nog een laagje rijst in een potje zit, hier wordt ook een foto van gemaakt. Hij vraagt niet waar we verder nog voedsel bewaren, dus laat ik dit niet zien. De andere man wil weten wat er in die grote rode zak zit, ik maak de zeilzak met de genaker open. Haha, wat had hij anders verwacht, komen deze mannen wel eens op een zeilboot? Dan moeten we €175 betalen, het is €25 duurder omdat zij op een vrije dag terug moesten komen en de twee bootjongens moesten inhuren. Ze verzoeken ons om nu nog bij het vliegveld immigratie te bezoeken. Het is tien minuten lopen naar het vliegveld, de douanier heeft een oogje op Juul, hij geeft haar verschillende keren een knipoog en krijgt blossen op zijn wangen als hij haar moet fotograferen. Ook hij wil van alles kopieën, die wij niet hebben. Het stempelen in de paspoorten is een heel ritueel, tussendoor veegt hij met wcpapier de stempel weer helemaal schoon. Klaar, we zijn ingeklaard voor Panama. Als we bijna weer terug zijn bij de dinghy komt hij ons achterna met een golfkarretje, haha, hij is vergeten foto’s te maken van onze paspoorten.

We eten in de haven en zijn alle drie te moe om nog naar het Carnaval te gaan.2/3
Ronald en ik onderzoeken waar er een lek zit op het dek aan bakboord. Vannacht heeft het hard geregend en mijn matras is weer nat geworden. Daarna demonteert Ronald de spiboom, de reparatie is niet gelukt. Ik maak de kuip schoon met regenwater.

We snorkelen naar het wrak in de baai, er groeien veel jonge koralen op het wrak. Achter het wrak ligt een mangrove-eiland waar we een rondje om zwemmen. De mangroven zijn belangrijke kraamkamers voor de zeevissen, ook hier zwemmen duizenden kleine babyvisjes tussen de luchtwortels. Overal liggen oranje zeesterren in het witte zand. Wat een mooie plek.

Ik lees op internet dat Diablos een soort van samen valt met Carnaval. En dat mogelijk gekoppeld aan het toerisme, de Panamezen de Diablosviering maar Carnaval hebben genoemd ( zie blog).

Wat een festijn. De duivels zijn rijk versierd in rood, zwart en donkergrijs. Ze dansen druk op Afrikaanse muziek (zie blog Duivels!). We sluiten de avond af met een concert van een salsaband en wagen ook een dansje. Vanavond staat streetfood op het menu, ik heb heerlijk gegeten.

3/3
We willen voor 5 dagen boodschappen doen, omdat we mogelijk de komende dagen geen winkel meer tegen komen. Bij de pontoon zie ik opeens het bananenbootje van Lea. Wat een verassing Olena draagt een baby’tje in een draagzak. Trots laten Olena en Johannes kleine Vera van 3 maanden zien. Vera is geboren in Santa Marta. Ronald maakt een grapje, hadden jullie haar niet Charlotte moeten noemen, want volgens mij is ze gemaakt in Charlotteville. Johannes lacht, we hebben het overwogen, maar Vera vonden we toch mooier. Vera krijgt haar tweede vaccinatie, we lopen een eindje met ze op en nemen met een knuffel afscheid.

We motoren naar het eiland Bastimentos. Er staat helaas geen wind. Wauw, wat een prachtig gebied is dit.

Kriskras tussen de riffen door komen we in de baai bij het National Parc van Bastimentos. We zijn de enige in de baai. Helaas is het minder aantrekkelijk om hier een duik te nemen. Het stikt er van de oorkwallen. Deze kwallen hebben geen giftige tentakels, maar op een dunne huid voelt de lichte prikkeling minder aangenaam. Met de dinghy gaan we aan de kant.

Op 100 hectare tropisch regenwoud aangrenzend aan het National Parc Bastimentos woont een jong gezin. Hun huis is omgeven met een prachtige bushtuin waar een lange hike van 4 uur en een hike van één uur is uit gezet. We gaan voor de korte ‘hike of de Giants’, zo prachtig. De bomen zijn rond de 50 meter hoog, zo indrukwekkend, ik ben er stil van. Een paar keer leg ik mijn hand een tijdje op de enorme plankwortels uit respect voor deze Giants. We spotten een Montezuma Oropendola-paartje, zo bijzonder met hun knalgele staarten en hun typische bushgeluid die ver het tropische woud in schalt. Het lijkt ook of zij ons volgen of er zitten mogelijk meer paartjes hoog in de bomen. Overal vliegen vlinders, blauw, geel en oranje. We zien zelfs 2 vlinders paren. Terug van de wandeling lopen we de hangbrug over voor een frisse duik bij de kleine waterval. We maken een kort praatje met beide  Canadese ouders, het is indrukwekkend wat ze met een paar inwoners in 3 jaar hebben opgebouwd.

4/3
We varen met de dinghy het mangrovebos in, op zoek naar de luiaard. Ik moet steeds denken aan het boek ‘Daar waar de rivierkreeften zingen’, wat een sprookjesachtige omgeving met al die kluwen luchtwortels en smalle doorgangen waar soms wat zonlicht door heen straalt. En dan zien we een luiaard ver in de bomen.

We bezoeken de kleine haven met een paar ligplaatsen van Bastimentos en ontmoeten de eigenaar Peter. We overwegen om hier onze boot te stallen, omdat het veel goedkoper is. Ik zet alle voor- en nadelen op een rijtje en we kiezen toch voor Shelterbay, door alle reiskosten en vervoer van de watermaker naar Panama City komt het bijna even duur uit.

We vertrekken uit de baai. De ankerketting zit vol modder en kleine steentjes. Terwijl ik de ketting ophaal gooit Ronald er elke keer een puts water over. Ohoh, de loosgaten zitten verstopt met kleine steentjes en het water kan hierdoor niet weglopen. Met een aluminium staaf en elektriciteitsdraad lukt het ze weer te ontstoppen.

We gaan voor anker bij het onbewoonde eiland Cayo Zapatilla, een natuurreservaat. Boven wit zand gaan we voor anker. Het water is zo helder dat we de ketting gewoon in het zand zien liggen. Even verder ligt een een prachtig rif met vele soorten koraal. Er staat een flinke deining en ook stroming. Niet alleen de koralen en de vissen zwiepen heen en weer, ook wij deinen gemoedelijk met de deining mee boven de vele weggetjes op de hersenkoralen. Het kleine Koraaljuweel Juvenille/babyvisje blijft schattig om te zien met zijn zwarte lijfje en fluoriderende dieppaarse stipjes. We zien Koraalvlinders, grote scholen geelstreepgrommers, blauwkoplipvis, sergeant majoors, blauwe doktersvissen, Franse Engelvis en als topper van de dag de mooie Gekleurde Engelvis en echt indrukwekkend, nog nooit zo groot gezien, de gigantische Elandgeweikoraal.

We motorsailen naar het schiereiland Valiente waar we voor anker zullen gaan in Baai Bluefield en overnachten. Het is 17.00 uur en de zon zit half achter een dunne wolk, tijdens dit korte tochtje trek ik mij terug op het voordek. Het voelt goed om even in mijn eentje te zijn.

Tijdens het eten bespreken we de plannen voor de volgende weken. Over twee dagen gaan we in Colon bunkeren voor de Sanblas eilanden. Onze lieve leergierige stoere gezellige dappere wijze vrolijke handige zeilmaatje Juul is van plan als linehandler door het Panamakanaal te gaan. Waarna zij voor een week Spaans gaat leren in Panama City. Hopelijk gaan we daar nog een keertje met elkaar uit eten. We zullen haar missen, het was een maand lang supergezellig en fijn met z’n drietjes, maar het is ook fijn om nog één weekje met z’n tweetjes te zeilen tussen de Sanblas eilanden, waarna we onze ia klaar moeten maken, omdat zij dan voor 8 maanden op  de kant gaat bij Harbour Shelter Bay.

5/3
Het lijkt mij leuk om voordat we naar Colon vertrekken nog even aan de kant te wandelen. Ik heb een strandje gezien met een heuvelachtig achterland. Er vaart een houten kano in onze richting op. De Panamees komt langszij voor een praatje. Spaans is duidelijk niet zijn moerstaal. Dit is fijn voor Ronald en Juul, want hij praat rustig, met eenvoudige woorden en veel pauzes. Ronald en Juul kunnen hem goed volgen. Hij vraagt of wij zijn nog groene vingerbananen willen kopen. Dat willen we wel. Ik bied hem een kopje koffie aan. Als we afscheid nemen vraagt hij of we nog wat rijst voor hem hebben. Ik geef hem een pak risottorijst mee, omdat het aan boord toch te veel gas kost om Risotto te maken.

We varen naar de kant en zien 3 jongens tussen de 8 en 11 jaar bij een ingegraven houten kano in het zand staan.We vragen of het akkoord is dat we even de dinghy op het strand leggen en een vriendelijke dame met een lange zwarte paardenstaart met een grijze lok heet ons welkom. Zij is de oma van één van de jongens op het strand, het is vakantie. Achter op de stenen bij de rivier doet ze met haar kleindochter de was. De heuvel met smal riviertje en prachtige bomen is werkelijk een paradijsje. Achter de heuvel ligt een klein dorp met een paar huizen. De vrouw geeft aan dat we over haar grond naar boven kunnen klimmen, waar we prachtig uitzicht zullen hebben. Het is inderdaad sprookjesachtig mooi.

Als we terug zijn van de kleine wandeling naar de nederzetting achter de heuvel, nodigt Maora ons uit om plaats te nemen op een houten plank/bank voor haar huis voor een praatje. Opnieuw een onverwachts cadeautje in Paradise. We wisten niet dat Panama zoooo prachtig is.

Voordat we vertrekken naar Colon, daagt Ronald Juul uit voor een WOBBEL-motorcheck (wierpot, olie, bilgcondition brandstof, elektriciteit, liquid).Van Valiente naar Colon, Panama 192 NM. Zeilvoering Grootzeil en Genua, knik in het zeil en motorsailen en Gennaker. Wind: 5/10 knopen SOG: 4,5/5 knopen.

Ik trek de schoot van de genua aan. Hé, dat is vreemd, de lier blijft hangen. Gisteren liepen de mieren in en uit de lier, dus hebben we daar gif gespoten, maar dat kan toch niet de reden zijn? Ronald ziet nu ook dat de lier het niet doet. Vlug draai ik de schoot om de kleine lier. Ronald demonteert de lier, ik pak een bakje voor de losse onderdelen zoals piepkleine veertjes, de speciale olie en het vet. Floeperdefloep, klaar…we zijn er inmiddels handig in, de lier draait weer als een zonnetje. We worden begroet door een school dolfijnen met een klein babydolfijntje, zo schattig. Doordat het water zo helder is kun je ze gewoon in de diepte zien zwemmen.

Er staat weinig wind, het grootste gedeelte van de nacht moeten we motorsailen. Om 7.30 uur maak ik Ronald wakker, de wind is gedraaid naar ruime wind en we kunnen de gennaker hijsen. In de verte zien we twee keer achter elkaar een gigantische tonijn ter grote van een kleine dolfijn door de lucht springen. Door wie wordt hij opgejaagd? Een dolfijn?

6/3
Om 13.00 uur komen we aan in de gigantische baai vol met containerschepen van Colon en het Panamakanaal. We laten ons anker zakken vlak voor de haven Shelter Bay met bijnaam Shelter Pay. Als we ons melden bij het kantoor snappen we meteen waarom, je dinghy aanleggen kost per dag €12. Er is een zwembad en een douche met airco. We douchen en gaan de steigers langs op zoek naar een boot die spoedig door het Panamakanaal zal gaan, mogelijk kan Juul dan als linehandler mee? Joop en Renita staan op punt van vertrek, echt leuk om ze nog even kort te spreken. Verschillende boten staan er open voor om Juul te ontvangen, maar vertrekken allemaal op een datum die minder goed past bij Juul. Op de laatste steiger komen we Vicky van Amokura tegen, zij gaan morgen weg en hebben al 4 linehandlers aan boord. Als we nog even Nick begroeten geeft hij aan dat Juul morgen wel mee kan, maar niet als linehandler. Dit lijkt Juul wel wat.

7/3
Vandaag nemen we afscheid van Juul, het voelt zo dubbel. Wat een heerlijke tijd hebben we met haar gehad. Om 13.00 uur zal zij met Nick, Vicky, drie Spaanse Linehandlers en een Adviser, en Miles door de eerste sluisdeuren van het Panamakanaal gaan. Hopelijk zien we Juul nog in Panama City, zodat we haar belevenissen in Panamakanaal kunnen horen.

We besluiten toch niet met de bus naar Colon te gaan om boodschappen te doen, want we hebben eigenlijk nog genoeg verse groenten aan boord. Op naar Portobello.

Van Shelter Bay naar Portobello. De tocht voor vandaag is 22 NM, op zich weinig, maar we hebben pal tegen, dus moeten we kruisen. Wat een fantastisch zeilweer. Er staat 21 knopen wind, hebben 1/2 knoop stroom mee en de SOG is rond 4,5 knoop. Zeilvoering: Grootzeil zeil met 2 riffen en de Genua.

Nog twee uurtjes zeilen en dan zijn we in Portobello. Oeps, ik ontdek dat Juul haar paspoort vergeten is, hopelijk kan zij 14 dagen zonder, want dan zijn we pas weer in Panama City.

Om half zeven droppen we ons anker in de prachtige baai van Portobello. We brengen twee zakken met wasgoed weg en gaan uit eten.

8/3
We bespreken onze plannen bij de koffie, terwijl we aan de kant de brulapen horen brullen. Ik wil graag naar de Kuna Indianen van San Blas, ik heb mij hier heel erg op verheugd. Het is echter te ver weg voor de tijd die we nog over hebben. Ronald geeft aan dat we ons niet moeten gaan haasten, gewoon zien wat er op ons pad komt. Ik val even stil…’We kunnen ook als we na acht maanden terug komen opnieuw naar de San Blas varen, je hebt gelijk…we gaan gewoon genieten en zien wat er op ons pad komt’.

We halen de was op, Ronald waardeert zijn Simkaartje op en we kopen een groot zeil van 10 bij 4 meter om ia mee in te pakken voor als ze op land staat. We willen nog een korte wandeling maken, maar we komen een klein museumpje tegen, waar we blijven hangen. Er is geen tijd meer voor een wandeling. Terug naar de dinghy komen we twee Congo-dansers tegen, ze vragen om een kleine bijdrage.Aan hun riem hebben zij van alles verzameld, het symboliseert dat weglopers van alles verzamelden wat zij tegen kwamen toen zij  op de vlucht waren voor de slavenhouders.Op naar Turtle Cay, daar is een haven waar we diesel en drinkwater kunnen tanken en de gasfles kunnen vullen. Ik ben benieuwd…Net als gisteren is het pal tegen, dus moeten we kruisen. Opnieuw een heerlijke zeiltocht. De kust van Panama is wonderschoon.

We zijn bij de bestemming Punta Macolla, Harbour Turtle Cay. Het is even onduidelijk waar precies de ingang is. De enige mogelijkheid is gewoon vanaf zee maar naar de kant varen en de ondieptes in de gaten te houden.De haven is tevens een kleinschalig resort met 8 huisjes. Je kunt ook op de kant staan, maar de botenlift is op het moment stuk. Het is een gemoedelijk klein haventje in een L-vorm met 2×15 ligplaatsen en een werkelijk prachtige omgeving. Rondom is  tropisch bos met brulapen en zandstranden met palmbomen. Naast onze ligplaats horen we in een hoge boom een gestreepte helmspecht, of te wel de echte Woody Woodpecker met de rode kuif. Hij tikt de hele dag er op los. Op de twee dukdalven naast ia staan twee enorme Pelikanen die om ste beurt opvliegen en als een speer uit de lucht zich in het water storten om een visje te scoren. Erg elegant verloopt dit niet, het lijkt meer op een zwembadbommetje. Zwaluwen kwetteren om de boot en lijken te azen op een plekje onder het zonnepaneel. In het grasveld staan Amerikaanse Kievieten, een zeldzaam soort, en hebben de bladsnijmieren een heel wegennet gemaakt. Overal zijn zitjes gecreëerd met mooi uitzicht op het rif. Wat een plek! In de haven liggen eenvoudige zeiljachtjes van avontuurlijk vertrekkers. We voelen ons meteen thuis. We scoren bij aankomst meteen diesel, mogen gratis drinkwater tanken en onze gasfles wordt gevuld. Wat een verschil met Shelter Bay, bijnaam Shelter Pay, waar dure zeiljachten en gigantische spierwitte gepoetste catamarans liggen, je meer een nummer bent en je voor alles apart enorme sommen geld moet dokken. Toen we een paar dagen geleden wilden tanken bij Shelter Pay waren we pas de volgende dag of de dag erop aan de beurt. En water tanken was lastig, want er was niet echt plek aan de steiger als direct voor de haven voor anker lag.

9/3
Hieperpiephoeraa Ronald is 65 jaar. We starten de dag met een chocolademuffin met één kaarsje.

Ronald vraagt aan de havenmeester wat het kost om in Turtle Cay acht maanden te overzomeren. Pfff…aan land lukt niet. Maar in het water wil Santiago onze boot wel in de gaten houden en af en toe een foto of een filmpje sturen. En…zoals verwacht is het veel goedkoper dan in Shelter Pay. Tja, even een nachtje slapen en dan zullen we beslissen.

Aan de steiger ligt een jong gezin uit Brazilië die elke keer als ze langslopen ons vriendelijk begroeten. Gisteren bij onze aankomst viel mijn oog direct op de vlag die zij aan de reling hebben hangen, een Spaanse vlag met een zwart hakenkruis erin. Huh…waarom zou je die zo pontificaal in het zicht ophangen. Ik heb er een raar gevoel.

 
We maken een wandeling langs het strand, drinken een smoothy met onze voeten in het zand, snorkelen bij de drop off en borrelen op een barkruk in het zwembad, gaan op ‘brulapenjacht’ en zien ze in de toppen van de bomen en sluiten af met een lekkere maaltijd in het restaurant.

In het restaurant zie ik een tafeltje verderop iets bewegen. Zie ik het nou goed, het is een luiaard. Een vrouw van het restaurant doet haar administratie en haar hand gaat af en toe over het koppie van de luiaard.
Ze vertelt dat de moederluiaard in het bos een tweeling had gekregen en één baby had verstoten. De luiaard is 9 maanden oud, bijna volwassen en zal dan naar een opvang gaan waar zij er voor zorgen dat de luiaard weer teruggeplaatst kan worden in het Tropische Woud. Of ik haar even vast wil houden? Tuurlijk, wauwie wat een ervaring.

10/3
Bij de uitgang van de haven is ook het restaurant. De serveerster en de mensen waar we gisteren een praatje mee hadden gemaakt zwaaien ons uit, zoals ik gisteren al schreef, je voelt je hier verre van een nummer.

We hebben dollars nodig, want in San Blas kun je nergens pinnen. De ATM is een uur lopen, een taxi is 20 dollar en… we kunnen kiezen voor omvaren, voor anker gaan en dan met de dinghy naar de kant. Dit laatste doen. Ronald heeft gelezen dat de baai bij Nombre de Dios, bekend staat als minder veilig. We besluiten dat ik aan boord blijf.

Ronald belt mij vanaf de kant. Volgens de 4 mannen die voor hun huis zitten is de ATM leeg. Een taxi naar Portobello is drie kwartier heen en drie kwartier terug. En terugvaren is zeker een dag zeilen. ‘Wat zullen we doen?’ Hmmm…lastig. Ronald hangt op, hij wil even nadenken. Daarna is hij niet meer bereikbaar. Ik wacht af. Na een half uur zie ik ‘m in de verte naar mij toe varen. Hij is van boven tot onder doorweekt. Landen en wegvaren in de branding verliep niet helemaal goed, maar…hij heeft geld. De pinautomaat was helemaal niet leeg. Zo eigenwijs als hij was, was hij toch even de wandeling aangegaan en gaan proberen. Tijd om te gaan… eerst douchen, koffie drinken en dan zeilen maar.

Tja, het dollars pinnen heeft tijd in beslag genomen, het is niet duidelijk of we het eerste San Blas eiland vandaag kunnen halen. We zien wel. Ronald gaat even een dutje doen.

Ssssssssizzzz, we hebben beet…een knots van een Barracuda, zeker één meter lang met vlijmscherpe tanden. Ronald draait ‘m binnen. Ik stuur de boot 20 graden, zodat we onze snelheid afremmen. Ik schuif het schepnet open en wil ‘m opvangen…maar hoe, de haak zit aan die bek met scherpe tanden en mijn net kletst op het water, waardoor ik ‘m achterwaarts niet kan opscheppen. En de golven zorgen dat ik onstabiel sta, pfff…maar de aanhouder wint, gelukt. Maar wat moet je met zo een joekel, dat krijgen we nooit op. Misschien kunnen we hem aan een restaurant geven en vragen of zij er voor ons een maaltje van maken?


Het is gelukt, net voordat het gaat schemeren komen we aan bij San Blas. We willen tussen twee eilandjes door en daar voor anker gaan. Op het hoekje van het eiland horen we geschreeuw. Volgens de locals kunnen we er niet door. Volgens Navionics wel. De locals weten niet hoe diep wij steken, maar uit respect varen we om. Een local komt in zijn kano naar ons toe en Ronald laat de Barracuda zien. ‘Wil het restaurantje de vis hebben?’ ‘Nee, je kunt niet betalen met een vis!’ Ik geef aan dat ik door wil, ik wil voor het pikkedonker is geankerd zijn. We varen om, gelukt. We droppen ons anker bij El Povenir en besluiten niet meer aan de kant te vragen of het restaurantje interesse heeft in onze Barracuda. Ronald vileert de vis. Ik snijd binnen de groenten, dat wordt smullen.

11/3
Op alle bewoonde eilanden van Guna Yala/San Blas leven Guna indianen. Alleen de bewoners op de meest Oostelijke eilanden leven nog geheel traditioneel. Het Oostelijk deel is voor de komende 1,5 week te ver weg, mogelijk kunnen we dit deel in december nog bezoeken, we kijken wel hoe het loopt.

Er komt een kano met 2 Guna indianen langs, de man en de vrouw verwelkomen ons en vragen of we de vlaggen van Guna Yala, San Blas willen kopen.De vrouw heeft ze zelf genaaid (foto van internet). Ze pakt ze uit het emmertje en dan zie ik de ‘Spaanse vlag met een hakenkruis’ erop, dezelfde vlag als het jonge Braziliaanse gezin had hangen in Trutle Bay Marina. ‘Nee, het is geen hakenkruis, dit kruis staat in spiegelbeeld en het gaat over de 4 windstreken’. We kopen alleen de vlag met de pijl en boog. Het is misschien vreemd, maar ik kan lastig kijken naar de vlag met het grote zwarte kruis.

De kogel is door de kerk, we gaan niet op land bij Shelter Bay, we laten ia 8 maanden achter in de haven van Turtle Cay Marina. Vanuit de haven is er een taxi om ons en de watermaker naar Panama City te brengen.

We klaren in op het rechter eiland, op het eiland daarnaast kopen we een ananas en wat te drinken. Helaas hebben zij verder geen fruit.

Er komt een kano langs met een zwart zeiltje. Hij biedt aan om avocado’s, bananen en mango’s te brengen, het bedrag is superlaag, klopt dat wel? En wat maakt dat het eiland ernaast deze fruitsoorten niet had? We geven hem een voorschotje van 5 dollar mee en zien hem… nooit meer terug.

Op naar Cay Hollandeses, wat een heerlijk zeilgebied is het hier. Overal zijn eilandjes met witte stranden en Palmbomen, het ware Bountygevoel. Veel eilanden zijn zo laag, dat je het gevoel hebt dat de palmbomen in het water staan. Er is ook oprecht zorg dat met de stijging van de zeespiegel er over een paar jaar veel eilanden verdwenen zullen zijn.

Cay Hollandeses, West Holadaes Cut is een plaatje, maar staat vooral bekend om z’n prachtige snorkelplek. Het eiland is omgeven met stukken zandgrond afgewisseld met riffen. Ik sta op de punt van ia en kan de bodem van de zee zien, het water is hier glashelder. Ik geef met mijn volle hand een stopteken aan Ronald, hier is de zandplek groot genoeg. ‘Droppen maarrr’, gelukt.

Samen duiken we meteen in het water en zwemmen naar het anker. Oh ohhh, het anker ligt half achter een steen. Wat nu? Ronald geeft aan dat het geen probleem is, morgen kunnen we gewoon er voorbij varen en dan komt ie wel los. Okee, ik ben gerust gesteld. Opeens voel ik dat Ronald een duik maakt, wat gaat hij doen? Haha, mijn stoere Kappie schiet naar 6 meter diepte, geeft een ruk aan het anker en hij is los van de steen. Als een speer zwem ik terug naar de boot, klim op het trappetje, zet de motor aan en vaar zachtjes achteruit. Ik zie dat Ronald zijn duim opsteekt. Ons anker zit vast in het zand. Opnieuw voel ik hoe speciaal onze band is, soms hebben we weinig woorden nodig.

We snorkelen richting de kant. En we worden verrast met de mooiste koraaltuin ooit. Ik voel de tranen komen. Het bestaat nog…hier is het koraal niet dood. In het spierwitte zand staat, net als in een siertuin op aarde, overal de meest mooie koralen te wuiven. De één nog groter en kleurijker dan de ander. En alsof dat niet genoeg, zwemmen er enorme scholen met honderden vissen voorbij. Jeetje, deze plek raakt mij diep, ik voel een brok in mijn keel. Het is een gevoel van verwondering, bewondering en dankbaarheid in één. Ik voel mij klein en nederig, wat kan de natuur overweldigend groots zijn, zucht.

Doordat de Guna verbieden zaken uit zee op te duiken waarvoor zuurstofflessen nodig zijn, is het koraalrif rond de eilanden een van de best bewaarde ter wereld.

12/3
We maken een wandeling over het eiland Naivasha. Op het strand ligt naast het spierwitte zand ook schelpjes en stukjes koraal. We lopen de bush in en komen bij een paar hutten uit van Guna Indianen. We lopen uit respect met een grote boog erom heen. Drie jongetjes komen op ons aflopen. Het jongetje van ongeveer 3 jaar wil laten zien dat hij een koprol kan, waarna de andere jongens de handstand doen en een paar pasjes lopen op hun handen. Ze stralen als ik in mijn handen klap. De Guna-vrouwen zien er prachtig uit, maar ik houd mij in ik maak geen foto’s. De kledingdracht bestaat uit een kleurrijke rok zonder plooien net boven de knie, een blouse met een wijde pofmouw van een andere kleurrijke stof en een zeer rijk geborduurde borstlap, de mola.

De Guna-indianen staan vooral bekend om de mola’s, bestaande uit verschillende lagen textiel met uitgeknipte patronen, die door de vrouwen gemaakt worden en op de blouse als borstlap wordt genaaid. Dit werk wordt door sommige inwoners beschouwd als enige mogelijkheid om te overleven en het eten en de scholing van hun kinderen te betalen. Ik zou graag en mola willen kopen, hopelijk gaat dit de komende dagen nog lukken.

Op hun ravenzwarte haar dragen  de vrouwen een roodgele lap. Soms hangt deze lange smalle lap langs hun oren over het haar, soms is de lap strak om hun hoofd geknoopt. Het mooiste vind ik de vele glaskraaltjes in rood, oranje, geel en groen om hun onderbenen en soms ook hun onderarmen. Deze kraaltjes bedekken het been net boven de voet tot net onder de knie (foto van internet).Eenmaal terug willen we heel graag nogmaals snorkelen. Opnieuw raakt deze sprookjestuin op de zeebodem mij. Cay Hollandeses, ik ga je nooooit meer vergeten.

Ronald heeft een route op Boating uitgestippeld naar een eiland waar we inkopen kunnen doen en uit eten kunnen. Eigenlijk zijn het twee eilanden verbonden met een brug. Wat een heerlijk halverwinds rak, genieten. Al snel geeft Ronald aan moe te zijn en dutje te willen doen. Na twee uur wordt hij pas weer wakker. Ik zeil ondertussen tussen de eilanden, ondieptes en riffen door. Ronald zeilt het laatste stukje. Net voordat het donker wordt kunnen we ons anker droppen. We gaan aan de kant. Er ligt enorm veel afval aan de kust, op de kant en in het dorp. Er is geen winkel en geen restaurant. Huh…? Ronald is naar het verkeerde eiland gevaren? We zijn op Cayos Diablo, haha of de duvel er mee speelt. Op een bankje zitten 4 mannen, ze vragen wat wij nodig hebben. Ronald geeft aan dat hij wel bier zou willen kopen. De man geeft aan dat zij vandaag geen alcohol mogen drinken, maar wel aan de burgemeester kunnen vragen of wij dat wel mogen. Hij brengt ons door de vele straatjes naar de burgemeester. Het is duidelijk een zeer arm dorp. Opvallend zijn de vele indianen met Albinisme. De burgemeester geeft goedkeuring, nu nog op zoek naar de secretaris, hij heeft de sleutel waar de koelkast staat. Ronald koopt 15 blikjes bier. Ik twijfel, doen we hier goed aan? Heeft het dorp nu nog wel genoeg bier als er weer een feestje is en zij wel mogen drinken? Alles wordt genoteerd in een groot schrift.

13/3
Op naar island Nargana, dit eiland bestaat net als island Diablo uit twee eilanden verbonden met een brug. Ronald heeft net ontdekt dat dit het eiland was waar hij gisteren naar toe wilde…oeps even op de kaart door elkaar gehaald. Op Nargana zijn wel verschillende winkeltjes en restaurantjes. Het is een korte heerlijke zeiltocht op enkel de genua.

Op Nargana doen we boodschappen en komen we onderweg een man tegen die vraagt of we zijn vingerbanaantjes willen kopen. Dat willen we wel. Vervolgens leidt hij ons het eiland rond. Alle hutten staan allemaal dicht op elkaar. Mensen in westerse kleding en de traditionele Guna kleding lopen door elkaar. De man vertelt dat er vier verschillende kerkjes op het eiland zijn. Wij reageren verbaasd, omdat er maar 600 mensen, waarvan grotendeels kinderen, op het eiland leven. Op Diablo zagen we veel mensen met Albinisme, op Nargana zien we dit niet. Op het plein van zand spelen de kinderen voetbal. De goals bestaan uit twee keitjes. Naast het voetbalveldje is een basketbalveld gecreëerd en spelen volwassen mannen best op redelijk niveau basketbal. De Panamezen en Guna Indianen zijn beiden niet echt lang volk, maar gooien de ene bal naar de andere bal raak.Op internet had ik gelezen dat de Guna indianen van oudsher, kinderen die al jong aangaven zich prettiger te voelen bij een andere genderidentiteit volledig geaccepteerd worden. Ook op dit eiland zie je veel transgenders in de prachtige Guna kledij.

Nargana ligt dicht bij het vaste land van Panama. Ronald heeft op Norforeighland-app gelezen dat je met je dinghy rivier Rio Diablo op kan en zo de binnenlanden in kan varen, waar je ook kan zwemmen. Gaafff…dat gaan wij ook doen ( zie blog: Een paradijs met een spannend wallekantje).

‘S avonds gaan we uit eten midden in het dorp met hutten van stro. Er zijn twee tafels. Ze hebben kip of hamburger met friet op het menu. Naast het restaurantje spelen kinderen met een bal. De bal komt steeds op het afdakje. Zo heerlijk, die vrolijk spelende kinderen. We kunnen bestellen. Het maatje van de kok wordt er steeds op uit gestuurd om dingen te halen die de kok mist. De man rent zich rot. De kok heeft mogelijk geen koelkast en geen voorraad. Als Ronald een tweede biertje besteld komt hij er voor de zekerheid met twee terug. Even later komt hij terug met 2 plakjes cheddarkaas voor op de burger. En dan komt hij weer hijgend aan met één tomaat. Haha, daar blijft het niet bij, nu wordt hij er op uit gestuurd om ketchup in het dorpswinkeltje te halen. Als hij triomfantelijk terug komt met een grote fles ketchup geeft Ronald zijn derde biertje aan ‘de koerier’ hij glundert, dat is een groot cadeau. In een hoekje op de grond drinkt hij het blikje gulzig leeg.

14/3
We zeilen naar Bug Island, daar is een mooie snorkelplek met Stingrays en haaien. We varen het ene Bounty eiland na de andere  voorbij. Wat is het hier heerlijk zeilen.

Vannacht ving de windhapper een heerlijke frisse bries die zo koel was dat ik zelfs een lakentje over mij heen trok. De windhapper is inmiddels behoorlijk versleten. Ik neem de maten op, zodat ik thuis twee nieuwe kan naaien. Zeillat 77×1,5 cm. De lap neem ik maar mee naar huis, die heeft door de bolling zo een aparte vorm dat het niet na te meten is.

Hans van Domicil komt langszij voor een praatje, hij nodigt ons samen met Christine uit voor een borrel aan boord. Het zeiljacht is wel 85 voet lang. Hans leidt ons trots rond, het schip is werkelijk een plaatje van binnen. Hans heeft negatieve ervaringen met de monteur van de watermaker in Panama City. Na dit verhaal overwegen we om toch maar niet met dit bedrijf in zee te gaan.

15/3
Ik maak een begin met het uitzoeken en lijstjes maken van wat mee naar huis kan en wat op ia blijft. Elke keer na 8 maanden ben ik thuis blij met die lijstjes, omdat je dan echt niet meer weet wat je op de boot hebt achtergelaten. Echt in ieder hoekje en gaatje ligt wel iets wat ik mee naar huis wil nemen. We hadden dit jaar absurd veel onnodige kleding mee, ook veel warme kleding, dat wil ik volgend jaar anders aanpakken. We zullen dus in PanamaCity twee kleine rolkoffertjes kopen, zodat al die kleding weer mee naar huis kunnen nemen.

Ronald gaat opnieuw op zoek naar de lek in het dek boven mijn bed. Gevonden, naast de wandputting waar dus ook de gennakerschoot aan bevestigd wordt en dus waar dus geregeld veel kracht op komt te  staan zit een behoorlijk gat, 1/2 cm. Vandaag kit hij het af met Epoxypasta, morgen verder.

Het litumbatterij-probleem blijft Ronald bezig houden. Wat maakt dat de zonnepanelen zo weinig opleveren? Opnieuw gaat hij op onderzoek uit. Op Curaçao had de Venezolaanse ‘vriend’ Eduardo Ronald geholpen met het aansluiten van de batterijen, zou hij misschien iets minder goed hebben gedaan? En dan…hèhè, ontdekt Ronald het euvel, de polen zijn heel losjes aangedraaid en één kabel ziet er niet echt jofel uit. Tot nu toe had Ronald keer op keer alle aansluitingen van onze 7 zonnepanelen en de charger onderzocht, de litiumbatterijen waren tenslotte gloednieuw. Ronald draait de polen strak aan en…tsjaka…de zonnepanelen leveren voldoende stroom, pfff…

We zijn uitgenodigd voor het eten bij Hans en Cristine. Op het achterdek met een ronde tafel met vier regisseursstoelen serveert Christine een overheerlijk diner, wat een lieve en gastvrije mensen. Echt een supergezellige avond gehad.Elke dag zoeken we een rif in de buurt uit om te snorkelen. Helaas nog steeds geen haaien of stingray’s gespot.

16/3
Vandaag ga ik verder met wat mee naar huis moet en lijstjes maken, gelukt. Het voordeel van nu al bezig zijn met de voorbereidingen van de 8 maanden is dat we dan langer op de San Blas kunnen blijven in plaats van klussen in de haven.

De zoutwaterpomp lekt, Ronald gaat op onderzoek uit. Eerst vervangen we de pakking, nee de pomp lekt nog steeds. Yes, we hebben nog een nieuwe zoutwaterpomp in de voorraad, dat scheelt weer.

Het is happy hour en we gaan wat drinken in de barretje op het eiland. Hans en Christine hebben gekozen voor de tafel met rieten afdakje in het water. We landen met de dinhy bij deze plek, want we hebben geen zwemkleding aan, omdat we daarna uit eten gaan aan de andere kant van het eiland.

Wauwie, hoe romantisch wil je het hebben, lobster en witte wijn met een honderdmilloen- dollar-uitzicht.

17/3
De zoutwaterpomp lekt nog steeds. Is het de pakking? Is het de slang? Ronald maakt de pomp open. Huh, de twee schubben van de impeller zijn nu al gebroken? De reserve Impeller bleek een oude te zijn, die we nog niet hadden weggegooid of misschien is het rubber door de hitte in de punt uitgedroogd. Eén plek op de slang is dunner geworden door de hitte van de motor. We hebben geen nieuwe slang dus tapen we dat plekje, hopelijk houdt dit. Thuis maar een revisiesetje en een nieuwe slang kopen. ‘Kunnen we dan wel varen op de motor?’ ‘Ja, kleine stukjes wel, maar het is wel belangrijk om de temperatuur goed in de gaten te houden’. Gelukkig staat er de komende dagen voldoende wind.

Ik maak in de dinghy de romp van ia schoon, best een klusje. Confronterend hoeveel krasjes er op de boot zitten.

‘S middags gaan we snorkelen en doen we een fotosessie op het strand. Iets wat ik nooit doe, maar mij nu wel leuk lijkt om te gebruiken voor als ik 60 jaar word. We Qwixen in de bar op het strand en eten verrukkelijk in het restaurantje aan de andere kant van het eiland. Het is hier zo wonderbaarlijk mooi, echt ‘het superdepuper-bounty-eiland-gevoel!’18/3
Ronald vult het schema van zijn werk in. Een lastige klus, omdat hij met 2 collega’s, de Spankerwedstrijden en mijn verzoekjes rekening moet houden.

Twee Guna jongens van een jaar of 12 in een houten kano laten trots een vis zien die ze gevangen hebben. Gisteren in de bar had een jongen de vis met de hand gevangen, wauw…dan moet je wel echt snel zijn.

Even later komen er vier jonge Guna mannen trots voorbij in een kano met zeil. Ze kijken trots als ik twee duimen op steek. Het zeil is gemaakt van een vuil stuk katoen met onderin een gat. Het gaffeltuig lijkt gemaakt van bamboestokken. Ze gaan best hard. De jongen achterin houdt de peddel vast als roer. Tja, zo een kano zonder verder een zwaard dweilt natuurlijk wel een beetje.

Op naar Lemon Cay, op enkel de genua lopen we 4,6 knopen, genoeg om net voor het donker aan te komen. Op naar Cayos Chichimé. Pfff…wat een drukke baai, maar ook een prachtige plek om te snorkelen. We gaan een beetje aan de buitenkant liggen met uitzicht op open zee en met rondom ons drie gigantische riffen. Ik wilde nog graag op een mooie snorkelplek liggen. Bud island was mooi, maar niet zo super als Hollandeses.

We lopen over het eiland, kopen bij twee Guna meisjes, een Mola en 3 stoffen maskers en een presentje voor mijn lieve dinnetje Lijn die zo van Indianen houdt. Daarna eten we een visje bij het barretje op palen. Ondanks de overvolle baai, zitten er met ons erbij maar 4 personen te eten. Als ons bord half leeg is, trakteren ze ons op ananas. Wauw, wat een mooie manier om een ananas te serveren, weer iets geleerd. De ananas is met schil en al over de lengte in 4en gesneden, het middenstuk is er als een driehoek over de lengte afgesneden, de schil is losgesneden als een bootje met daarboven op de hapklare puntjes op een rijtje en het harde stuk daar bovenop en het groene toefje er naast. Duhhh…nu begrijpt natuurlijk iedereen wat ik bedoel, hihi.

19/3
Onze laatste dag in San Blas, wat had ik hier nog graag iets langer willen blijven. Vandaag nog één keer een kans om de rifhaaien en stingray’s te spotten. Gisteravond zwommen er al dolfijnen naast de boot in de baai. Er zijn al 3 toeristenbootjes met rond de 15 personen aan komen varen, welke vandaag op het eiland zullen blijven. Meestal zoeken we een wat rustigere baai uit, maar van hier uit kunnen we morgen in één dag terug zeilen naar de haven.

Van de week zijn twee snorkelbuizen over de lengte op de sealnaad open gescheurd, mogelijk door UV uitgedroogd. We hebben nog maar één goede snorkel. We gaan voor anker met de dinghy bij een drop off ‘midden’ op zee. Ronald probeert een oude snorkel uit en geeft na een tijdje aan te stoppen, niet te doen. Terug bij de boot probeer ik het gezichtsmasker uit bij het rif dichtbij de boot. Ik zwem steeds verder omdat er nog weinig te zien is. De wind en de stroming nemen mij mee zonder dat ik het echt in de gaten heb. Ik ploeter terug, pfff, wat een eind. Terug bij de boot word ik beloond, onder ia zwemmen twee grote gestippelde Eagle Rays, zoooo gaaffff.‘S middags snorkelen we weer samen. Het eerste rif is minder mooi, het tweede rif is qua koraal gemiddeld, maar de hoeveelheid verschillende soorten vis is gigantisch, wat een dag. Helaas hebben we opnieuw geen rifhaaien of een Nursery Shark kunnen spotten.

20/3
Gisteren had Ronald pannenkoeken gebakken. Omdat we geen brood of yoghurt kunnen kopen, eet ik ‘s ochtends pap en wilde ik Ronald de laatste pannenkoek als ontbijt geven. Nou, het was echt gruwelijk, de pannenkoek in afgesloten plastic zak krioelden en zag rood van de mieren. Ik heb zorg wat er in die 8 maanden zal gebeuren? Nu neem ik elke dag de taak op mij om ze te verdelgen. Slik…wat zullen we na 8 maanden aantreffen?

Wat een superheerlijke zeiltocht. Terwijl de prachtige kust van Panama langs ons voorbij gaat, schrijf ik in mijn logboek en bekijkt Ronald op zijn mobiel Nederland- Spanje, helaas 2-2. Toch speciaal dat hij zo midden op zee deze voetbalwedstrijd kan bekijken. We zitten op het Noordelijk halfrond, dus net als in Nederland is vandaag de lente begonnen. De kust is prachtig groen met hier een daar nog een kale boom.

Linton Bay is prachtig omgeven met hoge bergen vol met tropisch regenwoud. We horen de brulapen op het vaste land en aan de andere kant zitten andere apen op Linton island. Ik lees op internet verhalen dat de apen je dinghy stelen als je aan land komt, haha.

In de haven nemen we een douche, pfff….zo lekker na 12 dagen…de haven is duidelijk Frans georiënteerd. We eten boeuf bourguignon met een Malbecwijntje, smullen.

21/3
Het was een onrustige nacht, er staat een harde wind en het stroomt flink in de baai, waardoor we steeds de ankerketting over de harde bodem hoorden schrapen. Op naar de watersportwinkel in de haven. De eigenaar is niet aanwezig, dus moeten we hem een Appje sturen met de vraag of hij spinakerboom-onderdelen kan bestellen. Wel kopen we een nieuwe waterpomp voor de bilg, hopelijk blijft deze het langer doen. In het havenwinkeltje komen we stokbrood, yoghurt en frisdrank zonder suiker.

Op naar Turtle Cay Marina, voorlopig onze laatste zeiltocht. Het regent, de baai ligt aan lagerwal, het waait 18 knopen, op zich te doen. De golven zijn echter hoog en onrustig, zo’n 2,5 meter. Ik kruip naar voren om het grootzeil met 2 riffen te hijsen. Ook zeilen we de genua gereefd. We zetten ia niet op de autopilit, Ronald wil zelf sturen, hij wil ia nog even voelen. Ik kijk naar ‘mijn blauwoog’ en zeg tegen mijn Kappie dat hij er goed uit ziet. Mijn ogen worden nat van dankbaarheid, wat hebben we weer veel meegemaakt de afgelopen maanden. Ik voel de emoties komen. Ik voel een brok in mijn keel, wat een gaaf leven heb ik toch. En dan…ja hoor daar is hij weer, de stormvogel, dit keer een jonge versie met bruine vleugels en een spierwitte buik. Hij scheert rondjes om de boot. ‘Dag lieve pap’ Ik voel mijn lijf weer rustig worden en weg is de stormvogel weer, echt nergens meer te bekennen.

We liggen in een boxs. We leggen de boot met landvasten stormvast. De wind komt meestal uit Noordoost. We vragen de havenmeester of we daarom aan de boot naast ons vast mogen leggen, omdat daar geen dukdalf staat, dat is oké.

22/3
Klussen maar…dinghy schoon en in de tas, punt leeghalen, voorste bakskist bij anker droog maken,  spiralen en zeilzakken  uit de bakskist, grootzeil opvouwen, Kotterfok opvouwen, genua opvouwen, 3 zeilzakken en bootje in de punt. Onderdeel van standaard buitenboordmoter eraf. Schoten en vallen schoon spuiten, bilgpomp instaleren/niet gelukt/ thuis onderdeel bestellen. Spullen op het dek schoonspoelen, davids schoonspoelen. Steeds even bijkomen, want het is snikheet in de boot. Santiago maakt 220 V op de steiger, deal dat hij 1x per maand ia komt inspecteren. Morgen verder.

23/3
Ronald start online met de ALV Spankerklasse, ik maak de bilg droog en de douchebak schoon. Dan halen we de windmeter uit de top van de mast en monteert Ronald een nieuwe reflector op de windvaan. Ronald sluit de Litiumbatterijen af, zet de bilgvlotter recht en regelt een taxi bij Sergio. Ik spoel de romp en dek af met zoet water wat een heerlijk klusje in de hitte. Ik doe 2 wassen en 4x drogen en vouwen. En pak vast wat spullen in de rugzakken. Stop alle eten die over is in een tas voor Santiago. Ronald kijkt Nederland-Spanje, Eeeeeeekkkk, er zit een hele grote kakerlak in de natte cel, we spuiten hem dood. Hopelijk is het er maar één. Ik spuit de natte cel en bilg met gif. Morgen laatste restjes water extra goed droog maken. Er is geen eten meer aan boord behalve blik en in glazen pot. We openen alle dorades en luchthappers, hopelijk komen de kakkerlakken daar niet door naar binnen?

24/3
We maken een tent over ia, we zijn er uren mee bezig. De dektent moet stormvast en ‘tropische stortregen-vast’ zijn. Ik ben best trots op het resultaat. Ronald installeert binnen de camera, zodat we zicht hebben op de bilg. 25/3
Tja, het is zover, we moeten afscheid nemen van ia. Van 7.00 uur tot 10.30 doen we de laatste klussen, best veel werk. We willen ontbijten in het restaurant, maar wat een pech, het restaurant is gesloten. Om 12.00 uur rijdt onze taxichauffeur Sergio voor. Op naar Panama City.

 

‘S avonds gaan we uit eten met Juul, zo leuk om al haar verhalen te horen.

26/3
We ontbijten bij de Franse bakker, goddelijk om na maanden weer vers brood te eten. Daarna maken we een wandeling in het heuvellandschap Parque Naturel Metropolis en spotten we twee Toekans en kleine aapjes. “S middags bezoeken we de oude stad. Het uitzicht op de skyline van Panama City en de Stille Oceaan is magisch. Verder zijn we niet zo onder de indruk van het oude centrum, mogelijk komt het ook omdat ik mij opeens heel erg moe voel.We vragen de AirBenB-eigenaar of we nog even gebruik mogen maken van het zwembad, op het ligbed val ik in slaap. Dat doet mij goed, nu kan ik de lange terugreis (28 uur) weer aan. Taxi, vliegen naar Madrid, vliegen naar Amsterdam, met de trein via Leeuwarden naar Sneek.

27/3
We zijn weer terug in Nederland, zo heerlijk al die luxe. Op 1 april gaan we weer aan het werk.