Vanavond gaan we weer naar Nederland. Het is zo dubbel, ik heb echt heel veel zin om al mijn geliefden weer te zien, maar het is hier ook zo fijn. Nederland is een fantastisch land, er wordt veel geklaagd, maar als je het vergelijkt met de (ei)landen waar we de afgelopen maanden hebben vertoefd is het in Nederland meer dan fantastisch geregeld.
Zo een reis laat je beseffen dat veel wat zo vanzelfsprekend lijkt dat helemaal niet is: bijvoorbeeld onbeperkt fris drinkwater uit de kraan. Wij hebben onze watermaker niet kunnen repareren, wat maakte dat we iedere druppel spaarden. Dat douchen niet vanzelfsprekend is. Dat je eitje koken in een plons water zomaar zonde is. Maar ook dat je een oven niet zomaar aanzet, omdat er nergens een plek is waar je je gasfles kan vullen. Dat er geen supermarkt is waar je iets kan kopen. Dat een bedje met frisse schone strakke lakens een pure luxe is, want er is geen wasmachine in de buurt. Dat je elke dag jeuk hebt, omdat onzichtbare muggen niet te vangen zijn of omdat er rode mieren zitten in je bed. Dat je letterlijk je bed uitzweet omdat het regent en je dan het luik dicht moet doen. Dat je zo een behoefte hebt aan even in de de schaduw maar deze er niet is. Dat er bijna elke dag wel iets stuk gaat en de materialen die je nodig hebt nergens te koop zijn, maar het wel gemaakt moet worden.
Maar vooral dat er zoveel mensen in armoede leven en amper iets te eten hebben. Dat de stormen die er altijd al waren, maar door de klimaatverandering nog heftiger zijn, vele huizen en daarmee thuizen hebben verwoest. Dat er letterlijk bergen met plastic liggen op de stranden en de mensen niet weten waar ze het moeten laten.
Afgelopen dagen waren we in Guna Yala. Bekend als de Archipel van San Blas, 357 bewoonde en onbewoonde ‘Bounty-eilanden’ omgeven met een fantastisch cyaankleurig zeilgebied en bewoond door de Guna indianen. Het is niet duidelijk wanneer, maar het zal niet lang meer duren en veel eilanden zullen verdwijnen door de stijging van het zeewater. Guna’s geloven in de kracht van moeder Aarde, het zijn kinderen van de zee. In sommige hutten stroomt met het tij het zeewater letterlijk hun huis in, het hoort erbij. Ik ben geen Guna, maar herken mijn verbondenheid met de zee, het verlangen om elke dag buiten te zijn en de kracht van de wonderschone natuur die alles overwint. De natuur die mij intens kan ontroeren, die ik mag bewonderen en bij wie ik dankbaarheid voel. Hopelijk zal ia Orana over acht maanden weer ons thuisje zijn, maar nu eerst onze dierbaren in Nederland weer in onze armen sluiten, zo een zin ininnn…
Wil je meer lezen over onze avonturen? Ik schrijf elke dag een stukje in mijn logboek/dagboek. Klik op de link: Logboek maart 2025 – De reis van de ia orana