De reis van de ia orana

met een zeilboot de Atlantic rond

Duivels!

Het is een feestelijke dag want we gaan voor het eerst onze gloednieuwe gennaker zetten. We zijn onderweg van San Andres naar Bocas del Toro, de hoofdstad van het schiereiland Colón. Op het voordek halen we de honderd vierkante meter parachutestof uit de grote rode zeilzak. Bij iedere aanraking horen we het zeildoek knisperen, wat een heerlijk geluid. We knopen de schoten vast en schuiven de boegspriet uit…hijsen maarrr! Drommels, hij is nog mooier dan ik had gehoopt!

De wind is iets gedraaid, dus we hebben de gennaker uitgeboomd als spinaker en lopen nu ruim 6,7 knopen. We gaan lekkerrr…Ronald vraagt of ik de lijschoot iets wil aanlieren. Juul en ik kijken naar de boeg en zien dat de boom opvallend buigt, bijna tegelijkertijd vragen we aan Ronald of dat wel oké is en alsof de duvel er mee speelt horen we vervolgens een harde knal. De manchet van uitschuifboom is gebroken. Shit, hopelijk kunnen we een losse manchet kopen, want een nieuwe uitschuifboom van 6 meter lang is best wel een duur grapje.

De baai van Bocas del Toro met de gekleurde huisjes op palen is een verademing na het toeristische San Andres met z’n skyline met hoge flatgebouwen. Het was daar echt hilarisch, vele toeristen in rechthoekige motorboten met knallende harde muziek voeren af en aan en maakten zelfs foto’s of filmpje van ons.

Als we voor de dichte deur van Boca’s Immigration staan en even later de politie vragen wanneer we kunnen inklaren, geven ze aan dat ze de komende dagen dicht zijn vanwege Carnaval. De gespierde politieman regelt dat het inklaren aan boord van ia kan plaats vinden. We slenteren over de rommelige stoepen terug naar de dinghy. Er lopen veel kinderen op straat, allen hebben ze een stok met een lang touw in hun handen. Een paar jongens spelen een spel, al dansend draaien ze om elkaar heen. Als iemand te dichtbij komt jagen ze elkaar weg met een boze blik en zwiepen ze met het zweepje de ander tegen de schenen. Verderop zijn ze bezig met de voorbereidingen van het Carnaval, vijf angstaanjagende duivelsmaskers staan op een rij op stoep tentoongesteld.

Als ik aan boord op internet zoek hoe laat de optocht van start gaat, lees ik de intrigerende historie van deze streek en de festiviteiten die deze vijf dagen plaats vinden. Ten eerste is er géén sprake van Carnaval maar van Diablos, omdat ze op ongeveer dezelfde data plaats vinden, hebben ze het voor de toeristen Carnaval genoemd. Diablos is een culturele en traditionele manifestatie die zijn wortels heeft in het koloniale tijdperk.

De Diablos van Panama zijn dansen en rituelen die voornamelijk Afro-koloniaal zijn, aangezien ze verband houden met de palenques (nederzettingen van Marrons in de jungle en bossen nadat ze zijn ontsnapt aan hun ontvoerders|/kolonisatoren). Elke regio heeft zijn eigen presentaties van de kostuums. Provincie Colon die een verlengstuk is van de Congo-cultuur heeft twee soorten duivels: Diablos de Espejos, die wijde rokken dragen die versierd zijn met stukjes spiegel, veel kleur en bellen aan hun benen en de Diablos Congos, de duivels die je op de straten van Bocas del Toro ziet, welke het kwaad vertegenwoordigen. Deze viering wordt de ‘Tempe de Soto’ genoemd, wat in het Congolese dialect ‘Onze Tijd’ betekent. Het wordt gevierd en herdacht vanaf 20 januari met het hijsen van de Congovlag tot Aswoensdag.

‘De ‘Tempe de Soto’ is de tijd van het jaar waarin de Congolese cultuur de strijd van de zwarte bevolking voor vrijheid viert en herdenkt. In de koloniale tijd gebruikte de Congo die tijd als een manier om te ontsnappen aan de vijandigheid en agressie van hun meesters. Kort samengevat:

1.De Duivel vertegenwoordigt de tot slaaf makende kolonisator, die zwarte mensen geselde. De kleur van hun kostuums heeft te maken met status. Een diablo begint met een rood pak, na 7 jaar mogen er zwarte stukken op, na nog eens 7 jaar mag je in het zwart. Daarna kunnen er stukken wit op, maar een pak wordt nooit volledig wit, het is tenslotte wel een duivel. Op Aswoensdag worden de duivels gevangen genomen. Hun hoofdtooi gaat dan af en dan worden de duivels naar het centrale plein gebracht, waar een vrouwelijke sjamaan hun duivelse krachten uitdrijft en en zegent.

2.De Koningin Congo symboliseert de tot slaaf gemaakte vrouw die gedwongen werd een kind te baren van de kolonisator, wat de onrechtvaardigheden en uitbuiting benadrukt waarmee Afro-afstammelingen in die periode te maken kregen.

3.De Congo’s vertegenwoordigen het volk, met hun gezichten zwart geverfd en hun kleren binnenstebuiten gedragen om de Spaanse meesters te bespotten die hun Afrikaanse voorouders onderdrukten en tot slaaf maakten. Deze zagen we zowel in Bocas del Toro als in Portobello. De dansers dragen kegelvormige hoeden en hebben voorwerpen om hun middel hangen, waaronder speelgoed. Het symboliseert dat de weglopers alles wat ze op hun pad tegenkwamen verzamelden toen zij ontsnapten aan de slavenhouders. De Congo Pollera (een traditionele Panamese folkloristische rok) hebben we helaas alleen in het museumpje van Portobello gezien. Onder deze prachtige gekleurde, maar vooral zeer wijde jurken verstopten de moeders hun kinderen om ze uit de buurt van de zweepslagen van de kolonisten te houden.

Tja, nu ik dit gelezen heb wil ik helemaal naar dit festijn. In het schemerdonker wandelen we naar het centrum. Het is een gezellige drukte met overal streetfoodtentjes. Een gedeelte van de straat is afgezet. Bij de poort worden de mannen en vrouwen apart gefouilleerd. Mensen van oud tot jong staan keurig aan de kant opgesteld. De kinderen hebben stokken met touwtjes in hun handen en scheidsrechterfluitjes in hun mond. Als de harde Afrikaanse muziek uit de boxen komt, zie je spanning op de gezichten bij de menigte stijgen. En daar zijn ze, de ene duivel ziet er nog gruwelijker uit dan de ander. Het ritme van de muziek zweept de wild dansende duivels op, waardoor ik ze amper op de foto kan krijgen. De kinderduivels hebben inderdaad een volledige rode kleur. Veel duivels hebben lange veren aan de achterkant van hun schoenen, mogelijk gekoppeld aan de hanengevechten. Allen hebben een stok met een touw. De kinderen aan de kant mogen hun stokken niet gebruiken, maar zodra een duivel dichterbij komt fluiten ze er op los om ze weg te jagen. Het ritueel wordt langzaam opgebouwd van 5 duivels naar een stuk of 30 duivels. Alle duivels zien er anders uit en de laatste duivels zijn alsmaar zwarter van kleur. Zowel de mannen als de vrouwen in het publiek lijken de duivels op te jagen of uit te schelden, waarna de duivels met hun zwepen op de grond slaan. Eén duivel neemt het wel erg letterlijk, hij zwiept het touw tegen de schenen van de mensen. Tussen de duivels lopen mannen met groene shirtjes die de duivels met fluitsignalen enigszins in toom houden. Voor een extra effect worden er met spuitbussen lange steekvlammen gecreëerd tussen de dansende duivels. Best risicovol, maar niemand vat vlam. We sluiten deze bijzondere avond af met een goede live band en een Salsadansje. Uiteraard dans ik niet met de duivel, maar met mijn lieve Kappie.

Ben je benieuwd naar meer avonturen? Ik schrijf elke dag een stukje in mijn logboek/dagboek. Klik op de link Logboek maart 2025 – De reis van de ia orana

 

 

Verder Bericht

Vorige Bericht

Laat een reactie achter

© 2025 De reis van de ia orana

Thema door Anders Norén

%d bloggers liken dit: