Ach, wat hadden we graag wat langer in Jamaica gebleven, maar morgen moeten we echt weg vanwege een harde storm die op komst is. Maar vandaag maken we er een speciale dag van. Het plan is vanochtend met de dinghy Negril River op te gaan en vanmiddag te gaan snorkelen boven het rif aan stuurboord van onze boot.
Terwijl ik eerst nog even de door UVstralen vergane naden van de kotterfokhoes naai, blaast Ronald de dinghy op. Nu nog een bakkie koffie en dan gaan we. Zo een zin in, ik ben benieuwd wat we op de rivier zullen aantreffen? Op de terugweg kunnen we dan meteen even ‘the Laundry’ ophalen. Pieuwwffff… Huh?…wat is dat voor een geluid? Nee hé, de hele sealnaad van de punt van de dinghy is los gelaten. Ook hier hebben de UVstralen na vijf jaar huis gehouden. Zouden we het kunnen lijmen? Tube lijm één is opgedroogd. Tube twee ook, maar tube drie is nog bol…shit, er zit alleen nog lucht in. Zou er in Negril lijm te koop zijn? Ik ga op het dek staan en zwaai met mijn blonde haren naar een visserman. Yes gelukt, hij wil Ronald wel even naar de kant brengen.
Ronald komt met de Glass-bottom-boot vol toeristen terug met de schone was, een potje lijm en een gastenvlaggetje van Jamaica. We proberen de boot te lijmen met houtjes en lijmklemmen. Helaas, ons lijmproject is mislukt. En nu? Zonder dinghy is onze manier van reizen niet te doen! Op Jamaica is geen dinghy te koop en Ronald kan zich niet registreren op de Amazonsite van Cuba. Geert Jan en Suus zijn zo lief om een dinghy mee te nemen in het luchtruim, zo blij mee!
Voordat we vertrekken richting Cuba moeten we natuurlijk wel de kapotte dinghy nog kwijt. Tijd om opnieuw de aandacht van één van de vissers te krijgen en te vragen of zij onze dinghy willen hebben? Ronald fluit, ik gil:’Hello, will you help us?’ Er komen twee vissers onze richting op. De visser heeft een vriendelijke oogopslag, hij lijnt aan en klimt aan boord. Hij wil de boot graag voor ons maken in plaats van meenemen. Thuis heeft hij de lijm die wel houdt. De tweede visser is ook gearriveerd. We geven aan dat ze de boot kunnen maken en vervolgens verkopen, omdat we nog deze ochtend voor de storm willen vertrekken. In ruil zouden we graag een Jamaicaans muntje willen, omdat we een vriend in Nederland hebben die hier heel blij mee zou zijn. Ronald geeft hem zijn laatste papiergeld (€2,00) en de man vaart naar huis om het te ruilen. Jan Bert ook weer blij. De tweede visser die onze dinghy al op zijn boot heeft liggen, wil graag ons nummer. Ninja Salami, iedereen heeft hier een bijnaam, geeft aan dat als we eens terug komen op Jamaica, hij de dinghy misschien wel heeft gemaakt. Trots laat hij zijn goede vangst zien, een grote Wahoo en verschillende Tonijntjes. Sinds kort kopen de luxe resorts hun vis in bij grote bedrijven en kan hij zijn vissen alleen nog kwijt bij local restaurants. Een beetje droef geeft hij aan dat de toeristen niet talen om verse vis, ze kennen het verschil niet. Hij geeft aan dat hij gisteren vanuit zijn huis onze ia al voor anker had zien liggen en als hij het geweten had, hij een lobster voor ons had meegenomen. Het flitst weer door mij heen wat in Colombia over de steiger ging: ‘Ga NIET naar Jamaica, het is er niet safe!’. Wat maakt toch dat wij bij iedere ontmoeting steeds anders ervaren? De andere visser komt aan scheuren met 4 kleine Jamaicaanse muntjes. Terwijl hij ze overhandigd wenst hij ons een behouden vaart en hoopt hij ons gauw weer eens op Jamaica terug te zien. Bye bye Jamaica.
WIL JE MEER AVONTUREN LEZEN? KLIK DAN OP DE LINK EN LEES MIJN LOGBOEK/DAGBOEK https://www.iaorana.nl/logboek-januari-2025/