Na een maand lang landrotje spelen, begonnen onze zeebenen weer te kriebelen, het was de hoogste tijd om weg te zeilen. Vandaag poeierde het nog, maar morgen zou de wind afnemen. Dat liep echter anders…op de ochtend van vertrek nam de wind zelfs toe en zagen we op de windmeter windvlagen van wel 44 knopen (windkracht 9) en besloten we uiteraard ons vertrek nog een nachtje uit te stellen.
Zeilen is onze passie en we kunnen beiden genieten van harde wind (30 knopen) en hoge golven (3 meter). Het probleem is dat mijn maag en darmen daar soms anders over denken, het gevolg was ruim twee dagen zeeziek. Ons doel was Jamaica, maar de stroom drukte tijdens de aandewindse koers ons geregeld richting de Caymaneilanden, maar de aanhouder wint.
Ongeveer 80 mijl voor de kust van Jamaica ligt een lange lijn van Cays van ongeveer 130 kilometer lang. Het zijn een soort bergketens op de zeebodem, waarvan vele bovenste toppen net boven het zeeoppervlak op ploppen. De zee gaat dan van 2500 meter diep opeens over naar 50 meter diep en dan naar zeer ondiep met allemaal piepkleine eilandjes, echt bizar zo midden op Caraïbische Zee. Halverwege de lijn met de Cays zagen wij op de digitale kaart ‘een open doorgang’ van 4 mijl breed, dus daar koersten we op af. Totdat Ronald op Navionics las dat de vissers daar wel fuiken plaatsten en het al begon te schemeren, waarna we opeens een heel eind moesten omvaren.
In Negril Bay droppen we onze anker in het zand, we zijn de enige in de baai. Links zien we een zeer lang wit strand met palmbomen. Rechts een dorpje gelegen aan de riviermond Negril. Het water is op een rimpeling na vlak en kleurt vele tinten aquamarijn. Er vaart een vissersboot langs, we zwaaien naar elkaar. Op de punt van zijn boot reist een statige Pelikaan mee en niet ver er achter volgen vijf zwarte Fregatvogels met hun sierlijke batmanvleugels. En om alles compleet te maken klinkt er heel passend vanaf de kant een zwoel Reggae Soundje. Welkom in Jamaica, jahhh mannn.
Een knalrood bootje komt langszij met groot de letters ‘Captain Mozes’ opzij geschilderd. Hij vraagt mij of ik de kapitein ben. Ik roep Ronald. Mozes stelt zichzelf voor en vraagt of wij soms brownies willen? Dat lijkt Ronald wel wat, lekker voor bij de koffie. ‘Heb je ook nog andere dingen in de aanbieding?’ ‘No man, I come just from the river’. Ronald geeft aan dat hij geen Jamaicaanse Dollars heeft, maar wel Euro’s. ‘No problem mannn’. Mozes houdt een zakje omhoog en Ronald begint te schaterlachen. In het zakje zit hasj in plaats van een chocolade cakeje. Welkom in Jamaica, jahhh mannn!
Ik geef Ronald twee groene bananen aan. ‘Wil je die in de zon leggen, dan kunnen we ze morgen in de yoghurt doen?’ Twee politiemannen komen langszij. De politie die duidelijk de leiding heeft vraagt wanneer we zijn aangekomen en of we al zijn ingeklaard? Gisteravond. ‘Any Fruit or vegetables?’ Onze koelkast ligt afgeladen, maar Ronald houdt de twee groene bananen omhoog die naast hem in de zon liggen te gelen. De politie knikt tevreden. ‘A wapen?’ No wapens. We vragen waar we kunnen inklaren? ‘In Montego Bay, jahhh mannn!’. Hij legt uit hoe we er kunnen komen en geeft nog eens extra aan: ‘I Come back mannn!’. Tja, wat zullen we doen? Vrijdag is er een harde wind op komst, dus voor die tijd willen we in Cuba zijn. We zijn dus nog maar twee volle dagen in Jamaica. Zullen we dan nu meteen wegvaren naar Cuba? Of 35 NM tegen de wind in met hoge golven naar Montego Bay zeilen of motoren? Of met de taxi en de bus naar Montego Bay? Ik voel er niet veel voor om onze dinghy en gloednieuw elektrisch motortje onbeheerd achter te laten aan de kant. We kunnen de watertaxi bellen?
En hier begint ons avontuur…we hadden van Captain Mozes het telefoonnummer van watertaxi Spongebob gekregen en hij wil ons wel naar de kant brengen. We nemen de volle vuilniszak en de tas met zoutwater doordrenkte wasgoed mee en vragen waar de laundry, de busstop en een plek is waar we onze euro’s kunnen wisselen? De vuilniszak mag ik bij het andere afval gooien, als de berg hoog is steken ze het in de fik, jahhh mannn! Spongebob wil ons wel met de auto brengen. Op een zeer armoedig braak stukje grond vol met vuilnis staan aan beide zijden kleine houten huisjes. Rechtsachterin is ‘Anita’s Laundry’. Ze heeft tijd, we kunnen het vanavond of morgenochtend weer ophalen. De geldwisselkantoor gaat via het autoraampje, jahhh mannn! Ronald probeert te onderhandelen, maar daar is de man niet van gediend. We gaan met een klein busje met 8 zitplaatsen naar Lucea. Daar moeten we overstappen met een taxibusje naar Montego Bay. De chauffeur wil ons wel rechtstreeks naar Montego Bay brengen en vraagt een absurd hoog bedrag. We raken met hem aan de praat en vertellen dat we zo een hoog bedrag niet kunnen betalen. ‘But it’s way faster, mannn’. Als Ronald vertelt dat we ‘all the time of the world en no money’ hebben, is het ijs gebroken. Tja, we snappen wel dat hij met het gigantische verschil in rijkdom tussen de poeprijke buitenlanders met hun gigantische villa’s ook zo bedrag aan ons vraagt. We hebben vervolgens een mooi gesprek met veel humor. Bij het afscheid loopt hij met ons mee om te wijzen welke bus we nodig hebben. Ik klop op zijn schouder en dank hem oprecht en hij trekt Ronald erbij voor een groepshug. ‘You are family, mannnn!’.
De binnenlanden van Jamaica zijn prachtig. Een heuvellandschap met groene bush en kleine huisjes op palen, maar we rijden ook langs gigantische dure villawijken van Amerikanen en Engelsen.
De bus wordt weer eens volgepropt, je denkt dat hij dan vol is, maar er kan altijd nog iemand bij, jahhh mannn! Veel Jamaicanen zijn fors gebouwd en het is dan echt wel proppen. De muziek gaat aan en het is gezellig in de bus, jahhh mannn. Naast ons zitten twee pubers in schooluniform. Het meisje laat haar schrift zien, ze heeft veel rode streepjes en baalt daar van. Zij stapt uit en de jongen in kaki schooluniform blijft zitten. Hij is net 14 jaar, zit op highschool en wil later acteur worden. Hij is nog nooit in de bioscoop geweest, daar spaart hij voor. Hij houdt vooral van horrorfilms, maar zou niet het monster willen spelen. Hij heeft een mooi koppie, dus dat heeft hij al mee. In Montego loopt hij mee richting the harbour. Voor zijn school vraagt hij Ronald om geld. Op school hebben ze aangegeven dat hij zijn haar korter moet scheren. Dat hij elke dag op en neer moet reizen, geen ouders meer heeft en zijn oom voor hem zorgt. Ronald geeft aan dat hij een goede acteur is, maar dat hij geen geld geeft voor de kapper. Later vraag ik Ronald hoe veel hij vroeg en wat maakte dat hij geen geld aan de vriendelijke jongen gaf? Hij vroeg 75 cent en als hij om geld had gevraagd om te eten had Ronald het wel gegeven, maar niet voor een kapper. Tja, ik had hem denk ik toch wel betaald voor zijn act.
We lopen naar Pier 1 en vragen aan het marinewinkeltje of zij ons de weg naar Costums kan wijzen. De vrouw geeft aan dat Customs over 15 minuten dicht gaat, maar dat zij wel wil bellen voor ons. Het lukt niet, niemand neemt op. En nu…? Weer de hele reis terug? Een man aan de picknicktafel voor het marinewinkeltje vraagt of hij ons kan helpen? Hij geeft aan dat het geen nut heeft om eerst naar Customs te gaan. Je moet eerst naar Health, dan naar Customs en tot slot naar Immigration, die volgorde en niet anders, jahhh mannn! Tja, we hebben meer dan 2 uur gereisd om hier te komen en willen nog 1 dag blijven en dan weer weg. De man biedt aan voor ons de drie organisaties te bellen. Echt? Wat aardig! Met een mierzoet beginpraatje belt hij elke organisatie op. Eén vrouw paait hij zelfs om samen een borrel te drinken, nadat hij haar profielfoto op whatsapp heeft gezien. Elke keer als hij ophangt, knikt hij…ze komen hier naar ons toe, naar Pier 1…jahhh mannn! Wauwie, inklaren ná kantoortijd en dan ook nog dat ze naar je toekomen. Ik haal wat te drinken bij de buren en vraag of de man ook iets wil drinken. De man lijkt een soort helper, elke keer komen er mensen langs aan zijn picknicktafel.
En ja hoor, één voor één komen de mannen in een keurige broek en overhemd aan met vele papieren die we aan de picknicktafel moeten invullen. Als alles ingevuld is komt de vraag wanneer we willen uitklaren? We gaan overmorgen weg, dus kunnen we dan ook hier ter plekke weer uitklaren? ‘No way mannn, you have to come back tomorrow in Montego Bay mannn!’ Duhhh…dat is een ‘No way’ voor ons, dan piepen we woensdagochtend wel stiekem uit Negril Bay weg richting Cuba, want we hebben tenslotte de uitklaringspapieren van Colombia nog. En de politiemannen van Negril? Die zijn niet meer langs gekomen. Nooo mannn!
WIL JE MEER AVONTUREN LEZEN? KLIK DAN OP DE LINK EN LEES MIJN LOGBOEK/DAGBOEK https://www.iaorana.nl/logboek-januari-2025/