Als jonge vrouw gaf ik les aan kinderen uit de Bijlmer. Vaak ging ik bij de gezinnen op huisbezoek. Er was altijd sprake van wederzijds plezier als ik aan hun eettafel thuis met oprechte belangstelling naar hun verhalen luisterde. Het verwonderde mij toen dat veel gezinnen uit hetzelfde land allemaal in dezelfde flat woonden en dat ouders altijd op het schoolplein op hun kinderen wachtten in een clubje van hetzelfde geboorteland.
Toen wij in 2018 voor het eerst voor langere tijd op reis gingen moest ik opeens aan die tijd in de Bijlmer terug denken. Als we in een baai aankwamen en we een Nederlandse vlag zagen vonden we het altijd leuk om bij de betreffende boot in de buurt het anker te droppen om vervolgens even heerlijk te kunnen kletsen in onze moerstaal.
Eén van de leuke kanten van dit leven is dat je geregeld vrienden maakt met vertrekkers uit alle windstreken van de wereld. Het is ook fijn om herkenning te vinden bij elkaar. Het is namelijk best lastig om aan niet-vertrekkers uit te leggen hoe het leven op een zeilschip verloopt.
Maar ook het contact met de locals is cool. Hun oprechte belangstelling naar onze verhalen en hoe we in hun habitat verzeild zijn geraakt is soms vertederend. En ja…dan zit je in Colombia wel goed, want wat een supergastvrij land is het.
Dit contact is altijd gekoppeld aan wederzijds vertrouwen. Iets wat ik oprecht geleerd heb van Ronald is dat de meeste mensen deugen. Het is uiteraard wel van belang dat je blijft nadenken en dan is de kans dat je een slechterik tegen komt echt marginaal. Door bewust te kiezen je niet te laten beïnvloeden door de angstcultuur (die oa via de sociale media elke dag verspreid wordt) ervaar ik zoveel meer vrijheid. Het is gewoon bevrijdend niet steeds de mensen om je heen te wantrouwen, maar juist met oprechte belangstelling te benaderen met ‘wie ben jij?’
En in de binnenlanden van het wonderschone Colombia bracht deze houding ons opnieuw vele bijzondere momenten op. Toen we in Guatapé onze kamer een dag bij wilde boeken kregen we opeens beschikking tot hun hele huisje. In Cocorná kwamen we in het donker aan bij onze slaapplek en vroegen we bij de buren om de Wificode, zodat we een motortaxi naar het dal konden bestellen. En vervolgens zaten we bij ze aan de keukentafel te smullen van een pittig kippensoepje met stukken aardappel, zoete witte rijst en een sapje. Dochterlief had gekookt en er was nog genoeg over.
De volgende dag kwam de vader van de eigenaresse van ons huisje vragen of alles oké was. Toen Ronald een wedervraag stelde of wij ook iets voor hem konden betekenen, antwoorde hij met een knipoog en een big smile: ‘Een Aguardiente?’ Vervolgens liep hij terug naar zijn huis om samen met ons met het Colombiaanse volksdrankje te toosten op het leven. Waarna hij de volgende ochtend met zijn vrouw met twee borden met een overheerlijk ontbijtje in de deuropening verscheen.
Of de jongen die zag dat we op zoek waren naar het paadje van de waterval naast ons huisje en ons voor gaat en laat zien welke grote platte steen perfect is om als glijbaan te gebruiken. Waarna we gedrieën op onze blote voeten over de natte bladeren van de bush en de keien stroom opwaarts via het kolkende water klimmen naar een dieper gedeelte. Hoe mooi is het dat zo een jongen aan ons wil laten zien hoe mooi zijn land in de bergen is. En hij daarna ook nog naar huis loopt om zijn mobiel te halen en ons als herinnering wil fotograferen.
De ontmoeting in het dorpscafé met 4 biljarttafels en alleen maar locals brengt mij nu nog een glimlach om de mond. Als we daar binnenlopen zien we een met TLbalken verlichte ruimte vol met mannen die ons van boven tot onder aan gapen. Als Ronald bij de bar om 3 biljartballen en 2 keu’s vraagt worden we opeens enthousiast ontvangen. Dat een blonde vrouw ook een balletje stoot is kennelijk zeer vermakelijk. Ik krijg plenty tips en hoor iedere keer gejuich als mijn stoot goed uitvalt. Ronald geeft een rondje en de mannen schieten de Aquadiente in één ruk achterover. Als zij ook ons een drankje willen aanbieden en ik aangeef geen alcohol te drinken, komt de Colombiaanse tipgever met een kommetje met vers gesneden plakjes mango aan. Ronald probeert een praatje te maken. De man met brede strohoed en veel witte verf aan zijn handen vertelt dat hij al dagen van huis is om hier te werken. Hij wijst naar zijn donkergebruinde onderarmen en zegt zoiets als: ‘We zijn allen gelijk’. Als Ronald dit beaamd begint hij te stralen. Hij wil graag met ons poolen en tussendoor steeds even zijn verhaal met ons delen. Bij het afscheid krijgen we een big hug en wil hij met ons op de foto en we zijn ‘Amigos para toda la vida’ tja…haha, zo makkelijk gaat dat in Colombia.