We logeren in een hostel midden in het tropisch regenwoud van Sierra Nevada. Ik geef bij de eigenaresse Fabienne aan dat ik graag de Kogi zou willen bezoeken, is dat mogelijk? Fabienne belt en regelt een rondleiding met een Spaansprekende Kogi-indiaan, hij wil ons een rondleiding geven van anderhalf uur in zijn nederzetting, echt cool.
Aan de kant van de weg bij het hostel staan 2 Colombiaanse jongens met motoren klaar. Ik voel mij weer een meisje als ik mijn armen om zijn middel sla. We rijden diep de bush in. Het is een slingerende weg vol met diepe kuilen en gaten, heuveltjes en rivierbeddingen, wauw wat kunnen die jongens goed rijden. Ik ben blij dat we het niet hoeven te lopen, wat een eind. En dan opeens staan we midden in een soort paradijs.
‘De Kogi leven al sinds de Spaanse verovering in 1500 geïsoleerd van de rest van de wereld in de bergen Sierra Nevada de Santa Marta van Colombia, waar ze hun traditionele manier van leven in stand houden. Het oude volk heeft geen identiteit of papieren. Kogi betekent jaguar in de taal van deze indianen. Het inheemse volk baseert haar levensstijl op het geloof in Aluna oftewel ‘de grote Moeder’. De Kogi geloven dat zij de grote kracht is achter de natuur. Daarom zijn ze sterk verweven met de natuur’.
Wij bezoeken een plek waar 12 families van ongeveer 30 personen verspreid over een groot gebied wonen. Het droge zand om de ronde hutten van bamboe met klei en palmbladen daken is in prachtige cirkels aangeharkt, ik durf er bijna niet op te lopen, het is een kunstwerk op zich.
De eerste grootste hut is het stadhuis waar alleen de mannen komen, de iets kleinere hut ernaast is voor de vrouwen, en de hut daarnaast is een schooltje, waar de kinderen sinds een aantal jaren ook Spaans leren. De oudere Kogi spreken alleen Chibchan.
‘De Tairona waren rond 1000 na Christus al een geavanceerde beschaving die veel stenen structuren en paden in de jungle bouwde. Ze maakten veel gouden voorwerpen die ze aan bomen en om hun nek hingen. De huidige Kogi leven nog altijd volgens de tradities van toen, ze hebben de ergste kolonisatie kunnen ontlopen, door zich terug te trekken in de bush. Wel hebben de Spanjaarden in de 15e eeuw veel gouden sieraden gestolen en omgesmolten om te vervoeren naar Europa’.
We lopen achter de vriendelijke man aan. Ik ben helaas zijn naam vergeten. Ik schat hem rond de 30 jaar. De bevolking is klein van lengte. Zowel de vrouwen als de mannen hebben allen prachtig glanzend lang ravenzwart haar. Hun zelfgemaakte kleding is gemaakt van grofgewoven spierwit katoen, gewonnen van hun eigen katoenbomen in de bush. De mannen dragen een broek met wijde pijpen aan de onderkant in een brede rand omgeslagen en een wijd uitlopend jak tot halverwege de bovenbenen. Veel dragen rubber kaplaarzen, wat ik zelf wel een grappig gezicht vind. De Vrouwen hebben een soort lap van hetzelfde grof geweven katoen om zich gewikkeld met een ketting van vele rode kraaltjes om hun hals. De jongens die 16 jaar worden zijn volwassen en ontvangen tijdens een ritueel van de Mamo’s een ronde tas met brede band om de schouder, die zij altijd zullen dragen. De oersterke tas is gemaakt van de vezels van een Agave-achtige vetplant. Het winnen van dit garen is een intensief zwaar proces dat door de mannen wordt gedaan. Ronald mag het ook even proberen. Het is verbazingwekkend hoe sterk de draden zijn die uit de bladen met een platte houten lepel worden geschraapt.
De tocht loopt over honderden eeuwenoude stenen treden naar plateaus met muurtjes van ronde platte keitjes omringd door de prachtigste medicinale en eetbare planten en bomen. Het oerwoud lijkt meer op een tuin, zoveel soorten zijn er te zien. Opeens horen we een slepend geluid en komen er drie gigantische bossen palmbladen voorbij gelopen. Tussen de bladen zie je de witte kledingstof van drie mannen. Het is materiaal voor een dak voor nieuw huis.
Onze zachtaardige gids vertelt dat zijn gemeenschap alles samen doet. Als je trek hebt in fruit, ga je het bos in en pluk je het van de bomen. Het fruit is van en voor iedereen in het dorp. Zo gaat dat ook als er een nieuw huis gebouwd moet worden. Een ieder die mee kan helpen, staat de ander bij. Hij vertelt dat alle planten: groenten, fruit of bloemen die worden verbouwd en gekweekt eerst worden gezegend, want de grond is heilig.
‘De Kogi zien de aarde als een levend wezen en de mensheid als haar ‘kinderen’. Net als veel andere inheemse stammen eren de Kogi een heilige berg die ze “Gonawindua” noemen, ook wel bekend als Pico Cristóbal Colón, de op 4 na hoogste berg in de wereld, 5775 meter hoog. Ze geloven dat deze berg “Het Hart van de Wereld” is en dat zij de “Oudere Broeders” zijn die ervoor zorgen. De mensen uit het westen die de natuur en het klimaat bedreigen, worden de ‘Jonge Broeders’ genoemd, onbezonnen en zij moeten nog heel veel leren’.
Onderweg komen we 4 keer, 3 ronde stenen met daar tegenaan rechtopstaand lange platte rechthoekige stenen tegen, welke in een halve cirkel zijn geplaatst. Zijn dit grafstenen? Nee, het zijn stoelen voor de Mamo’s (‘zon’). Mamo’s zijn stampriesters en worden vanaf de geboorte opgeleid voor begeleiding, genezing en leiderschap. De baby’s worden na een maand gezegend door de 3 Mamo’s, welke dan ook een naam voor de baby bedenken. Als de jonge goedaardige gids ziet dat ik na een lange stijle stenen trap hijgend boven kom, mag ik plaats nemen op een zetel van een Mamo. Ik voel mij vereerd. De indiaan graait in zijn tas en haalt er 4 dunne witte touwtjes van katoen uit. Twee met een klein zwart kraaltje en 2 met minuscuul klein knoopje in het midden. Het kraaltje om links geeft positieve kracht en die om rechts negatieve kracht, beiden houden je in balans. Hij knoopt ze om onze polsen en vertelt hoe je in zijn taal kan danken.
‘De traditionele Kogi-religie is nauw verwant aan de structuur van de kosmos die bestaat in dualistische uitdrukkingen. Zo verdeelt de zon het universum in twee hemisferen: oost en west. Het één kan niet zonder het ander: man/vrouw, licht/donker, rechts/links, hitte/kou, enz. Deze natuurlijke tegenstellingen zijn een manier om de samenleving in evenwicht te houden of “in overeenstemming (yuluka). De Mamo’s nemen deel aan verschillende rituelen om de levenscyclus van het individu te vieren, van geboorte tot dood. Deze ceremonies omvatten offers, dansen en andere rituele zaken. Het natuurgebied wordt 3x 14 dagen in het jaar voor bezoekers gesloten, zodat de natuur kan hertstellen en de Kogi hun rituelen in rust kunnen uitvoeren. In deze stam wordt de dood niet gezien als een tragische gebeurtenis, maar als een “vervulling van het leven”. Wanneer een persoon sterft, brengen de Mamo’s hem/haar terug naar de baarmoeder van de Moedergodin’.
Op een hoog plateau zien we een vader en zijn zoontje bij een houten apparaat staan. Het is een maalmachine om suikerriet te persen. Zo bijzonder hoe dit volk volledig zelfvoorzienend is. Maar het meeste indruk op mij maakt toch wel de met duizenden eeuwenoude gestapelde stenen tot hoge stijle trappen en plateaus. Ik koester deze bijzondere ervaring. Wat kunnen wij in het westen nog veel van dit volk leren.
Wil je meer over onze avonturen lezen, hier de link naar mijn dagboek/logboek december 2024:
https://www.iaorana.nl/logboek-december-24/