Varen op de Gambia in een westerse zeilboot is een belevenis op zich. Op de 300 mijl die we er gevaren hebben zijn we er 2 tegengekomen. Kleine vissersboten des te meer. Op zee zijn dit nog 4 lange planken met een soort van spantenwerk, op de rivier niet veel meer dan een uitgeholde boomstam. De vissermannen zwaaien allen vrolijk en roepen “how are you”. Na de mislukte maar toch goedbedoelde reddingsoperatie van de ia Orana door de vissermannen op zee, vond ik het tijd worden wat terug te doen. Ik zag een visserman met wollen muts, het is hier tenslotte winter, al peddelend dezelfde richting opvaren. Kom dacht ik, ik geef hem een sleep. Nou is dat een goede gewoonte in Nederland, hier in Gambia zijn ze dit niet zo gewend. Maar goed ik stak een tros omhoog en hij begreep het onmiddellijk. Daar had hij wel oren naar. Ik gaf hem de tros en als dank legde hij met een lach het ontbreken van zijn tanden bloot. Hij liep er mee naar achter in zijn boomstam hetgeen mij enigzins verbaasde. Hij bond de tros naast zijn stoelplankje vast en knikte dat alles okay was. Hmm dacht ik, hij zal het wel weten, hij vaart hier tenslotte al zijn hele leven in. Ik gaf wat gas en niet tot mijn verbazing draaide de boomstam achterstevoren en keek ik achterop de wollen muts en was de achterkant van de boomstam ineens de voorkant. Toen bleek dat er wel degelijk vorm zat in de boomstam, want het vrijboord van de achterkant was aanzienlijk lager dan de voorkant. Ik gaf hem toch maar het advies voorin te gaan zitten, wat nu de nieuwe achterkant was. Wederom gaf hij het teken dat alles onder controle was. Dus weer gas gegeven. Na luttele seconden zag ik de kano aan stuurboordzijde ons inhalen. Ik zag de voormalig achterkant gevaarlijk richting waterlijn zakken dus ik minderde gas. Maar niet veel later dook hij aan bakboord op, dit keer gevaarlijk hellend. Niet veel later zag ik zijn hebben en houden op het water drijven, behalve de boomstam. Ik verwachtte een hevig spartelende Gambiaan die zijn leven probeerde te redden. Niets was minder waar. Hij proestte van het lachen en zwom als de beste.
De boomstam was uit zicht, maar was niet gezonken. Dat doen boomstammen niet. Redding kwam van Liesbeth die in het bijbootje was gestapt en zijn vermogen: een mobiel, een pak sigaretten en twee visnetten uit het water haalde. Een andere visserman schoot te hulp en binnen no time was hij weer aan het vissen. Geen onvertogen woord van de de Gambiaan, die later volhield dat het leven in Nederland toch beter moest zijn, daar was geld, zei hij.
Meer avonturen lezen, zie logboek december 2023.