De reis van de ia orana

met een zeilboot de Atlantic rond

Een lekker hoog cijfer…

Varen in een gebied met amper informatie voor ‘zeiljachten met een diepe kiel’ kan best spannend zijn. Je vraagt je dan af wat de mogelijke reden zou kunnen zijn, dat anderen in zo een mooi natuurgebied van 180.000 hectare aan mangrovebossen je niet zijn voor gegaan? We hebben echter geen moment spijt gehad om in vier dagen vanaf Dakar binnendoor over de Delta Rivier de Saloum naar Gambia te varen. Elke dag genoten we van alle natuurschoon om ons heen, met soms een puzzelmomentje welke kant van de rivier het beste begaanbaar was. Kortom, deze route was boven verwachting lekker soepeltjes verlopen, wat mij betreft krijgt het een zeer hoog cijfer.

En nu op naar Gambia. Vlak voordat we de open zee op kunnen, hebben we nog 1 zandbank te gaan. Ronald en Juul turen opnieuw op de BoatingApp. Tja, wat is handig? Bij elke richting die we gaan loopt de dieptemeter omlaag. Ronald vaart elke keer achteruit en probeert dan weer een iets andere richting uit te varen. Het is al 16.30 uur en we willen voor het donker op open zee zijn. Maar een half uur later is het nog steeds niet gelukt en zitten we opeens muurvast. Verderop varen tientallen vrolijkgekleurde pirogue’s in een file richting zee. Hadden we daar moeten varen? Maar zij hebben geen kiel.

Voordat we het weten varen ze onze richting op. Ze maken gebaren dat zij een lijntje willen, zodat zij ons los kunnen trekken. Wat ontzettend vriendelijk. Ze zijn echter minder aardig voor het ‘buikie van ia’, de eerste pirogue ramt tegen onze boot op en schuurt over lange lengte krassen op de romp. Mijn god… ik schiet naar voren en grijp naar een stootwil, want daar komt de 2e vissersboot al met een rotvaart onze richting op. Het is natuurlijk superaardig dat zij ons willen redden, maar niet op deze manier. Op iedere houten pirogue, elk anders versierd met kleurige vormen, zitten zeker 8 á 10 vissers. Voordat we het weten zijn we omringd door zo een 80 mannen, die allen hun eigen visie van aanpak hebben en totaal niet met elkaar overleggen, laat staan dat zij naar ons willen luisteren. Ook ramt een andere pirogue met volle vaart tegen het anker op de boeg, wat een chaos. Juul en ik schieten van bakboord naar stuurboord om onze stootwillen er tussen te proppen, want kennelijk is het onderling meer dan gewoon om de 9 meter lange kanoboten als botsauto’s te hanteren. Ik voel mij zo dubbel, ik ben ze dankbaar voor hun hulpvaardigheid en enthousiasme, maar voel ook frustratie hoe ze de ene kras na de andere maken.

Als de lijnen eenmaal vastzitten weten de mannen van geen ophouden, hun 20 PK buitenboordmotors brullen voor de boeg van ia. De lijnen staan snaarstrak door de kluisgaten gespannen. Houden onze kikkers het wel? Ronald stelt mij gerust en geeft aan dat dat niet het probleem is, maar wel dat de aanpak van de vissers voor geen meter klopt. Ronald stelt voor dat 1 pirogue met een val aan de top van de mast ons op één oor trekt, maar dat weigeren de vissers, want dan breekt volgens hen de mast. Omdat de vissers weigeren, stelt Ronald voor dat wij met z’n 3en buiten de reling gaan hangen. Onze ia helt iets opzij, maar we zijn niet zwaar genoeg. Eén visser klimt aan boord en gaat meehangen. Maar we sturen hem daarna weer terug naar de boot, want we willen de mannen niet aan boord.

Na een half uur van brullende motorgeluiden, geven we aan dat we willen stoppen, ia heeft zich namelijk nog geen centimeter verplaatst. De vissers willen echter door. Het kost ons moeite om ze te overtuigen dat het niet is gelukt. We vragen de landvasten terug. Eén landvast wordt vanwege een te vaste knoop doorgesneden met een mes, best zonde. De stuurman van de eerste boot eist geld voor de benzine. De man wil het aanpakken en valt pardoes in het water. Zijn maten schieten in de lach en trekken hem weer aan boord. Later proberen meer vissers geld op te eisen. Ronald legt uit dat ze het geld moeten delen. De vissers  varen weg. Pfff…we moeten alle drie even bijkomen van de chaos. Haha, wat een aardige lui. Zag ik het nou goed, het leek dat ze teleurgesteld waren dat het niet was gelukt.

En nu…? Ronald stelt voor om te wachten op hoog water, hopelijk komen we dan los? Even later groeft ons anker zich vast ik het zand. Mijn trouwe Kappie houdt de wacht. Juul gaat slapen en zet de wekker. En ik ga even op de bank liggen en loop steeds even naar Ronald. Tergend langzaam wordt het vloed. Ronald peilt om het half uur de diepte met een verzwaard lijntje. Centimeter voor centimeter stijgt het water en…mijn onrust. Want wat als het tij keert en er alsnog onvoldoende water onder de kiel staat? Onze ia bonkt urenlang met haar kiel op de grond. Soms horen we een harde knal als de ankerlijn te kort is voor een rollende golf. Onze sterke oude dame valt bij iedere golf van bakboord naar stuurboord. Ongerust vraag ik Ronald of ia deze harde klappen voldoende kan opvangen? Ronald stelt mij gerust dat zij hier prima tegen kan.

Pas met 20 cm onder kiel wil Ronald het opnieuw proberen. Pfff… het lijkt een eeuwigheid voor dat het zover is. Om 23.00 uur geeft Ronald het sein meester. We gaan een poging doen…Joehoe we zijn los…wat een opluchting.

Eenmaal op zee, wil Ronald de dieptemeter uitzetten, maar Juul en ik genieten van de hoge getallen op de teller. Ik heb niet zo veel met cijfers, maar deze nacht maakt mijn hart een sprongetje bij ieder hoog cijfer op de Navman.

Ons avontuur wordt vervolgd met een heerlijke zeiltocht op zee. Op het eerste gedeelte van de Gambiarivier hebben we stroom mee. Onze ia lijkt te genieten van haar vrijheid en gaat als een tierelier. Op enkel de genua tikt zij soms zelfs de 8 knopen aan. Bij Half Die in Banjul gaan we om 1.30 uur voor anker. En nu…heerlijk ons mandje in. Na zo een spannende avond ben je wel toe aan een tukkie.

Verder Bericht

Vorige Bericht