Vandaag staat in het teken van het INklaren, in Afrikaanse landen vaak een hele klus. Eerst bezoeken we de vrouwelijke havenmeester, zij kopieert onze paspoorten en geeft ons een A4tje met de instructie: ‘eerst naar de politie, dan naar de douane, daarna terug naar de havenmeester en havengeld betalen’. Zo klaar als een klontje, althans…
We stappen in een roestige zwartgele taxi met rondom heel veel deuken en melden ons na ruim een half uurtje in het politiebureau. Er worden vele formulieren ingevuld door de agent en door ons. Opvallend is dat de bewoners van Senegal zoveel vriendelijker zijn dan het overheidspersoneel. De agenten zijn niet bepaald dienstbaar, eerder snauwerig en afstandelijk alsof we hen iets misdaan hebben. Vervolgens worden in een ander kamertje onze 10 vingerafdrukken ingescand, inclusief een oogscan. De grapjes van Ronald worden niet gewaardeerd, het is een serieuze zaak. Vervolgens moeten we wachten. Het duurt zo lang, dat we onze taxichauffeur vragen ons naar de markt te brengen. We stappen uit en een man met een fez op geeft aan dat hij ons naar de markt wil brengen. Ik heb het gevoel dat we de verkeerde kant op lopen. Haha, de man heeft ons naar zijn winkel gebracht. Op naar de andere kant van de stad. De markt bestaat uit vieze smalle straatjes, waar je goed op moet letten dat je je niet verstapt in de gaten of tegen brokken steen aan loopt. Iedere vierkante centimeter is bepakt met spullen, wat een chaos. Na flink afdingen kopen we een gastenvlag van Senegal, deze hoor je te hijsen aan stuurboord.
Pfff…zo een markt is mij te druk, niet zo mijn ding. We gaan met de taxi opnieuw naar de politie, waar wij onze paspoorten terug ontvangen. Dan brengt de taxi ons naar supermarkt, want we willen vanavond BBQen.
Op naar de douane. We vragen of de taxichauffeur ons naar Port du Nord wil brengen, maar hij herkent het adres niet, vele mensen op straat worden geïnformeerd. En dan opeens weten een paar werklui aan de kant van de straat het. In het gebouw nemen we de lift naar boven en komen in een wachtruimte terecht. Het secretariaat kijkt ons verbaasd aan, hij herkent onze formulieren niet. Een grote brede man in Moslimkledij die in België heeft gewerkt wil ons wel helpen. We gaan deur 1 in, zij geven aan dat we naar hun chef moeten, maar ook de chef weet niet wat de bedoeling is, we zijn dus kennelijk bij de verkeerde douane terecht gekomen. Pfff…We zijn er echt klaar mee, het is bijna 18.00 en we willen naar huis, morgen is er weer een dag. Weg uit die vieze stoffige stad.
De volgende dag vraag ik aan Ronald: ‘En…wat is het plan voor vandaag?’ Ontbijten, koffie drinken en dan naar de havenmeester om te vragen waar het juiste adres is van de douane. Dit loopt anders…tijdens het ontbijt zien we een boot met 4 mannen in soldatenkledij onze kant op komen. Nee hè, het is de douane. Twee mannen komen aan boord, ze kijken streng. We tonen onze papieren en Ronald vertelt in het Frans dat het ons gisteren niet gelukt is om het inklaren af te ronden. De sfeer slaat om, één douanier wordt boos op ons, we hebben volgens hem de hele maandag de tijd gehad. Hij geeft aan dat we in overtreding zijn. De tweede douanier spreekt een beetje Engels, ik leg het nogmaals aan hem uit, hij lijkt iets coulanter. Hij probeert de eerste man te overtuigen die met een boze stem blijft herhalen dat we ons niet aan de regels hebben gehouden. We moeten dokken…Ronald toont hier niets van te willen weten. Uit het niets lijkt het ‘spel’ opeens afgelopen, ‘you are good people’, Ronald beloofd dat we vandaag nog naar Port du Nord gaan. De boze man vraagt of Juul Ronalds dochter is, Ronald antwoord met een knipoog: ‘Nee, ze is mijn 2e vrouw’. De mannen schateren het uit. Ronald kan niet meer stuk, ze zijn alle 4 diep onder de indruk en varen schaterlachend weg in hun rib.
Zo nu eerst koffie en dan op naar de havenmeester. De douane Port du Nord heeft geen adres, het is een zandpad. Het lukt de havenmeester niet het aan te wijzen op Google Earth. We krijgen één aanwijzing mee: bij het Orange Simkaartenhokje rechts, verder kunnen we de weg vragen. Uhhhh?? Wat moeten we hiermee? Een vriendelijk man in de haven wil wel met ons mee lopen. We lopen langs een watersportwinkel? Niet echt passend in het straatbeeld. Overal ligt vuilnis en bij iedere stap die we zetten stuift het bruine stof op. Het pad is van mul zand, waar je slippers soms in wegzakken. We passeren een wegrestaurant (houten bankjes met open vuur waar de kinderen op de grond om heen spelen), een smid die met zijn knieën op de grond zit te lassen, 4 runderen op de stoep, een schoenlapper, een man met eieren, een vrouw met 3 geiten en het simkaartenhokje (omgeven met op de grond zittende mannen turend op hun mobieltje). Ronald wil graag meteen een simkaartje kopen, maar helaas zijn ze uitverkocht. We gaan rechts en passeren de kledingmaker (een houten hokje met 1 naaimachine op een gammel tafeltje) en na een tijdje zien we een vervallen gebouwtje met een grijze deur. Nergens op de pui is te bekennen dat hier sprake is van een douanekantoor.
Op de eerste etage gaan we een kamer binnen, we worden doorverwezen naar kamer 2, de twee douaniers in vol ornaat met daaronder aan hun voeten armoedige slippertjes geven aan dat de chef om 13.00 uur aanwezig is. In de hoekje onder het bureau zie ik nog net 2 paar zwart gepoetste schoenen staan, waarschijnlijk klaar om aan te schieten als er een hoge pief binnen komt.
Pfff…dan maar eerst op zoek naar een simkaart. Gelukt.
Terug naar de douane. De sfeer in het benauwde kantoortje is grimmig. Boven de bureaus hangt een foto van een statige man volgehangen met medailles. De lange brede douanier geeft de kleine opdracht het lichtgroene formulier in te vullen. De lange douanier staat opeens op van zijn zwartleren stoel en geeft met een zware stem aan dat Ronald 50.000 CFA (€80) moet dokken. Nou daar zijn we mooi klaar mee. Gelukkig had Ronald vanochtend opgezocht dat het gratis was met kans op €5 administratiekosten. Ronald weigert dus om te betalen en de man in functie wordt onaangenaam boos. Pfff…mijn stoere Kappie blijft echter rustig en houdt vol. Nijdig drukt de douanier de deurbel naar de chef in. Terwijl Ronald door een deur (bekleed met doorgestikt bruin leer met ruitjes in een zeer vervallen deurpost) stapt, word ik tegen gehouden. Nee, ik mag echt niet mee naar binnen. Ik neem weer plaats naast Juul en giechelend bedenken we samen hoe Ronald binnen gefolterd wordt…de deur gaat weer open en Ronald komt schouderophalend terug. De ene douanier pakt een witstift en past het formulier aan. De andere douanier kijkt bedremmeld. Heeft hij een standje van de chef gekregen? Ronald houdt een bedrag van 2000 CFA (€3) klaar in zijn hand, want hij is niet van plan meer te geven. Terwijl hij het formulier terug ontvangt, reikt hij het geld aan. De douanier kijkt naar het geld, haalt zijn neus op, maakt een geïrriteerde wapperende beweging en wijst naar de deur. Eenmaal op het halletje gieren we van het lachen de spanning weg, wat een corrupte zooi daarbinnen. Onderaan de trap roept Ronald in enthousiasme: ‘We hebben €80 verdiend, we gaan uit eten”.
Terug naar de havenmeester, want we willen morgen vertrekken. Wat een domper, ze vertelt dat we ook moeten UITklaren bij het politiebureau en dat het politiebureau nu gesloten is. Morgenochtend vroeg zal Ronald met de taxi naar het politiebureau gaan voor een 2e stempel in ons paspoort. Pfff…Hopelijk is het dan Klaar is Kees.