De reis van de ia orana

met een zeilboot de Atlantic rond

Blij met mijn lijf

Ik neem een grote hap witte rijst in mijn mond en geniet van de verrukkelijke geuren op een grote ronde schaal. Het water loopt mij in de mond van al dat lekkers op tafel. ‘Eet je niet teveel, ik weet niet of je maag het al aan kan’. Natuurlijk heeft Ronald gelijk, maar na 2 dagen amper gegeten, heb ik mij vreselijk verheugd op deze Thaise maaltijd.

Het begon in Povoa de Varzim, waar wij niet de haven mochten verlaten, vanwege 5 meter hoge golven in een betrekkelijk smalle haveningang met rotsen.

De volgende ochtend vroeg steek ik mijn hoofd door het luik en zie dat de Black Flag nog in de toren hangt. Ik kruip dus nog even lekker onder de dekens, want de brekers zijn kennelijk nog te woest.

Als Ronald rond 9.00 uur terug komt van douchen, ziet hij opeens dat de Triangelvlag er hangt. We kunnen dus weg. Wat fijn, want anders hadden we weer een krappe week moeten wachten op een mooi weerwindow en we hebben nu wel zin in wat meer zon. Op naar het zuiden.

Pfff…ik vind het wel even spannend om de haven uit te varen. Het valt echter reuze mee, de golven zijn hoog, maar ook glooiend, dat gaat prima.

Het eerste stuk staat er echter weinig wind. Hoe kan dat nou? De info op de Windy-app klopte altijd. Misschien toch iets verder de zee op, mogelijk met meer kans op een orka-interactie? En ja hoor, daar staat meer wind. Met een heerlijk achterlijk windje, halen we soms wel een speed van 6/7 knopen.

We ronden de kaap van Figueira da Foz. Ronald bestudeert de wolken: ‘Lies, er komt een buitje aan. We moeten snel 2 riffen zetten’. Ik schiet naar voren om bij de mast het grootzeil te laten zakken. Met mijn billen in de grannybar vang ik de hoge golven van 3,5 meter op. Spektakel, mooi man. Daarna moet ik op mijn knieën de reeflijnen doortrekken. Ik zit eigenlijk aan de verkeerde kant van mast, maar hier zit ik stevig op mijn knieën. Shit, het lieren lukt niet goed. Ik stoot mijn hoofd en voel een dikke buil opkomen. Dan toch maar naar de andere kant van de mast. Gelukt. Wat had mijn Kappie dat toch weer goed door. Nog geen 5 minuten daarna, trekt de wind aan met soms vlagen van 38 knopen (dikke  windkracht 8) in combi met 3,5 meter hoge golven best heftig. En ia? Die doet of het niets is en glijdt als een speelse dolfijn tussen de golven door.

Rond 15.00 uur wil Ronald een dutje doen, hij heeft keelpijn en is nog altijd niet helemaal lekker. Ik pak mijn eerste wacht.

Om 17.00 uur regent het en pakt Ronald het van mij over. Omdat ik alleen een lekker warm vest draag, welke niet waterdicht is, ga ik even binnen schuilen. Oh nee, fout…daar begint de ellende, ik voel mij katterig worden. De wind draait en de golven nemen toe van 3 naar 4 meter hoog en komen dwars op de glooiende deining te staan. Je leest het goed, de zee veranderd in een klotsbak. De maan is maar een kleine liggende sikkel en verdwijnt achter de wolken. Het is pikkedonker en ik kan dus niet meer de kustlijn/horizon in de gaten houden. Ronald kookt een macaronischotel, best een machtige hap. En…die valt verkeerd. Ik ga naar bed, maar kan niet slapen. Het katterige gevoel gaat over in zeeziekte. En och, wat voel ik mij beroerd. Ik ben nog nooit echt zeeziek geweest, maar wat is dat vreselijk. Zelfs een paar slokjes water spuug ik uit. Ik voel mijn lippen droog worden, maar water drinken lukt niet. Wat zou ik graag een paracetamol slikken, maar ja. En dan begint het trillen, ik probeer mij te ontspannen, maar dat lukt niet. Vijf uur lang houdt het rillen aan. Ik ben uitgeput, maar kan niet slapen. Toch draai ik daarna in het donker nog 2 x 4 uur de wacht, omdat Ronald ten slotte ook niet lekker is.

Na 26 uur zeeziek voel ik mij zo beroerd dat we besluiten niet nog een nacht door te zeilen. Rond 18.00 uur varen we de luxe haven van Cascais binnen. Zooooo dankbaar, de boot ligt stil.

De volgende ochtend starten we met een douche. Ik voel mij slap en leeg, duizelig en moe. We gaan op de step in de stad een ontbijtje pakken. Met ieniemienie muizenhapjes werk ik het kleine broodje naar binnen. We maken een wandelingetje, ik kan amper lopen. Terug in de boot schiet ik mijn bedje weer in. En dan opeens uit het niets voel ik mij weer de oude? Huh, wat is dit? De komende uren voel ik mij zo dankbaar dat mijn lijf het weer doet. Mijn god, wat ben ik ziek geweest. Zo zie je maar, dat het niet vanzelfsprekend is, dat je kunt eten, lopen en energie hebt.

Ronald leest op internet dat apathie, een gebrek aan emotie, motivatie en/of enthousiasme ook een symptoom is. ‘Nou, dat klopt wel. Toen je riep dat dolfijnen langszij meezwommen, ben ik niet eens gaan kijken, het boeide mij totaal niet. En toen er een filmpje van Jinte binnen kwam, heb ik het niet geopend, geen interesse in. Vanochtend in de haven was ik geroerd door haar lieve koppie. Ik kan zo een filmpje wel 5x achter elkaar bekijken, wat een droppie is die Jinte toch’.

En nu…nu smul ik van een heerlijk bord vol met eten. Ik ging op reis om los te laten, haha, maar dit gevoel wil ik heel graag juist vast houden. Dat mijn benen kunnen lopen. Dat ik energie genoeg heb om een Portugese straat omhoog te klimmen. Dat ik met smaak mijn eten kan door slikken. Dat ik kan douchen en mijn huid weer schoon voelt. Dat ik niet in mijn bedje alle kanten op word geslingerd. En vooral…ja vooral dat ik emoties kan voelen en deze er gewoon mogen zijn. Dus dat je lijf aanvoelt als je eigen lijf. Joepie, zo ontzettend blij met mijn lijf.

Benieuwd naar meer verhalen? In het logboek op de site schrijf ik elke dag een stukje over onze dagelijkse beslommeringen en avonturen.

Verder Bericht

Vorige Bericht